Descargar Imprimir esta página

bosal 027371 Instrucciones De Montaje página 2

Publicidad

CHASSIS CABINE
027371 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Verwijder het reservewiel en demonteer de dwarsbalk van de reservewielophanging.
Demonteer de bumpersteun bouten die overeenkomen met de gaten "A" van montagesteunen
"1".
3. Plaats de steunen "1" aan de binnenzijde van de chassisbalken met de gaten "A" bij de
vrijgekomen gaten van de bumpersteunen en monteer deze t.p.v. gaten "A" met 4 bouten
M10x40, incl. veerringen, sluitringen en moeren.
Boor de aanwezige gaten in de chassisbalken, t.p.v. gaten "B", op ø13mm.
4. Monteer de zijplaten "2" aan de onderzijde van de chassisbalk t.p.v. de gaten "B" met 4 bouten
M12x40 (10.9), incl. veerrringen, carrosserieringen en moeren M12.
LET OP: aan de linkerzijde 2 vulstrippen meemonteren (zie tekening).
5. Boor de aanwezige gaten in de chassisbalken, t.p.v. gaten "C", op ø13mm. Monteer
vervolgens t.p.v. gaten "C" 6 bouten M12x40 (10.9), incl. veerringen, carrosserieringen en
moeren M12. Handvast aandraaien.
6. Monteer de onderhaak en strippen "6" aan de zijplaten "2" t.p.v. gaten "D" met 8 bouten
M12x30 (10,9), incl. veerringen en moeren M12.
7. Monteer het hoekprofiel "3" aan de trekhaak t.p.v. het gat "E" met 1 bout M12x90, incl. veerring
en moer M12, deze kan men zowel aan de onderzijde als de bovenzijde van de buis monteren,
afhankelijk van de gewenste kogelhoogte.
8. Monteer de kogel aan de trekhaak t.p.v. de gaten "F" en "G" met resp. 2 bouten M10x40 (10.9),
incl. veerringen en moeren M10 en 2 bouten M10x110 (10.9) incl. contrastrip "4", contrastrip
met ring ("5"), veerringen en moeren M10.
9. Plaats het reservewiel terug.
10. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M10
- 46 Nm
M10 (10,9)
- 68 Nm
M12
- 79 Nm
M12 (10,9)
-117 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
11. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt
door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon
voor wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
FAHRGESTELL MIT FAHRERHAUS
027371 ANBAUANWEISUNG
1.
Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im
Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2.
Das Reserverad entfernen und den Querträger der Reserveradaufhängung demontieren.
Die Stoßfängerstützschrauben, die mit den Löchern "A" der Montagestützen "1"
übereinstimmen, demontieren.
3.
Die Stützen "1", an der Innenseite des Chassisrahmens, mit den Löchern "A" an die
vorhandenen Löcher der Stoßfängerstützen legen und mit vier Schrauben M10x40,
Federringen, Unterlegscheiben und Muttern an die Löcher "A" montieren.
Die vorhandenen Löcher im Chassisrahmen, an den Löchern "B", auf ø13mm bohren.
4.
Die Seitenplatten "2" an der Unterseite des Chassisrahmens mit vier Schrauben M12x40 (10.9),
Federringen, Karosseriescheiben und Muttern M12 an die Löcher "B" montieren.
Achtung: An der linken Seite 2 Füllstreifen mitmontieren. (Siehe Zeichnung).
5.
Die vorhandenen Löcher im Chassisrahmen, an den Löchern "C", auf ø13 mm bohren. Sechs
Schrauben M12x40 (10.9), Federringen, Karosseriescheiben und Muttern M12 zu die Löcher "C"
montieren. Handfest andrehen.
6.
Den Querträger und Streifen "6" mit acht Schrauben M12x30 (10,9), Federringen und Muttern
M12, an die Seitenplatten "2" (Löcher "D") montieren.
7.
Das Winkeleisen "3" mit einer Schraube M12x90, Federringe und Mutter M12 an das Loch "E" der
Anhängevorrichtung montieren. Dieses kann man sowohl an der Unterseite als auch an der
Oberseite des Querträgers montieren, abhängig von der gewünschten Kugelhöhe.
8. Die Kugel mit zwei Schrauben M10x40 (10.9), Federringen und Muttern M10 und zwei
Schrauben M10x110 (10.9), Gegenplatte "4", Gegenplatte mit Scheibe ("5"), Federringen und
Muttern M10 an die Löcher "F" und "G" der Anhängevorrichtung montieren.
9.
Das Reserverad wieder anbringen.
10. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M10
- 46 Nm
M10 (10,9)
- 68 Nm
M12
- 79 Nm
M12 (10,9)
-117 Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
11. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2
N.B.W.)
page
2 / 12

Publicidad

loading