lasverbinding in te laten grijpen. Controleer
of er geen vuil in de verbinding aanwezig is;
- Haal de knop (C) stevig aan door rechtsom te
draaien.
Demontage:
Draai de koppeling los door de knop (C) linksom
te draaien en neem het hulpstuk weg.
Goedgekeurde accessoires (Fig. 19)
De volgende accessoires van Emak kunnen op de
basismachine worden gemonteerd:
EH 24 Heggenschaar (verstelbaar) (1) (2)
NL
EH 48 Heggenschaar (verstelbaar) (1) (2)
EP 100 Hoogsnoeier (2)
Hulpstuk hoogsnoeier: D-PP (3)
Hulpstuk heggenschaar: D-HC(3)
Hulpstuk bladblazer: D-BV (3)
Hulpstuk verlengstuk (3)
(1) De veiligheidsafscherming (A, Fig.9A) moet
onder de enkele handgreep (loop) worden
gemonteerd.
(2) Niet goedgekeurd om met de modellen met
stuur te worden gebruikt (DS 2200 T - DS 2400 T).
(3) Goedgekeurd om te worden gebruikt met het
model DS 2400 D.
5. STARTEN (Fig.10)
BRANDSTOF
WAARSCHUWING: benzine is een zeer
ontvlambare brandstof. Wees zeer
voorzichtig bij het hanteren van
benzine
brandstoffen. Rook niet en breng geen
vuur of vlammen in de buurt van de
brandstof of van de machine.
· Ga zorgvuldig om met brandstof om het
risico op brand of brandwonden zo klein
mogelijk te houden. Deze is zeer
ontvlambaar.
· Schud de brandstof en doe deze in een
106
of
een
mengsel
houder die goedgekeurd is voor de brandstof.
· Meng de brandstof in de open lucht, in een
omgeving waar geen vonken of vlammen
zijn.
· Leg het apparaat op de grond, stop de motor
en laat het apparaat afkoelen voordat u
brandstof bijvult.
· Draai de dop van de brandstof langzaam los
om de druk vrij te geven en te voorkomen dat
er brandstof naar buiten komt.
· Draai de dop van de brandstoftank goed
dicht na het bijvullen. Trillingen kunnen
ervoor zorgen dat de dop losraakt en er
brandstof naar buiten komt.
· Veeg de brandstof die uit het apparaat is
gekomen af. Verplaats het apparaat 3 meter
van de plaats waarop u heeft bijgevuld
voordat u de motor start.
· Probeer onder geen beding brandstof te
verbranden die naar buiten is gekomen.
· Rook niet tijdens het hanteren van de
brandstof of tijdens het gebruik van de
machine.
· Bewaar de brandstof op een koele, droge en
goedgeventileerde plaats.
· Bewaar de brandstof niet op plaatsen met
droge bladeren, hooi, papier etc.
· Bewaar het apparaat en de brandstof op
plaatsen waar de brandstofdampen niet in
contact kunnen komen met vonken of open
vlammen, geisers of boilers, elektrische
motoren of schakelaars, ovens etc.
· Haal de dop niet van de tank wanneer de
motor draait.
· Gebruik
schoonmaakwerkzaamheden.
· Let erop dat er geen brandstof op uw kleding
komt.
van
BENZINE
l
1
5
10
15
20
25
brandstof
niet
OLIE
2%-50 : 1
l
(cm
)
3
0,02
(20)
0,10
(100)
0,20
(200)
0,30
(300)
0,40
(400)
0,50
(500)
voor
A
4%-25 : 1
l
(cm
)
3
0,04
(40)
0,20
(200)
0,40
(400)
0,60
(600)
0,80
(800)
1,00
(1000)