TANDWIELHUIS
Na elke 30 werkuren, de schroef (D, Fig. 8)
verwijderen en de hoeveelheid vet controleren.
Gebruik niet meer dan 10 gram. Gebruik een hoge
kwaliteit molybdeen disulfide vet.
Geen brandstof (mengsel) gebruiken voor het
schoonmaken.
Koppelverbinding hulpstukken DS 2400 D
Om een constante en normale werking van de
machine te garanderen moet het hulpstuk (D, Fig.
5A) elke 30 bedrijfsuren worden gedemonteerd en
moeten de transmissieas in de verbinding (E, Fig.
5A) en de transmissieas bij het uiteinde van het
hulpstuk (D, Fig. 5A) worden gesmeerd. Gebruik
molybdeenbisulfidevet. Controleer telkens
wanneer het hulpstuk wordt gewisseld de smering
van de verbinding.
CARBURATEUR
Voor het eventueel afstellen van de carburateur
moet het luchtfilter schoon zijn (C, Fig. 23)
en de motor moet op bedrijfstemperatuur
zijn. Deze motor is ontworpen en gebouwd
in overeenstemming met de voorschriften
van de richtlijnen 97/68/EG, 2002/88/EG en
2004/26/EG. De carburateur (Fig. 21) is zodaning
ontworpen dat er alleen regelingen zijn
toegstaan op de schroeven L en H, van niet meer
dan een kwartslag. Het beperkte instellingsveld
van de schroeven L en H van een ± 1/8 is bij
voorbaat door de fabrikant bepaald, en kan niet
worden gewijzigd.
LET OP: Forceer de schroeven niet voorbij
het toegestane instellingsveld!
Schroef T (stationairschroef ) is dusdanig afgesteld
dat er een goede veiligheidsmarge is tussen het
stationair toerental en het aangrijptoerental van
de centrifugaalkoppeling.
Schroef L moet zo zijn afgesteld dat de motor goed
accelereert en ook goed stationair blijft draaien.
Schroef H moet zo zijn afgesteld dat de motor vol
vermogen geeft tijdens het maaien.
LET OP: Wanneer de motor stationair
draait (2800-3000 omwentelingen/min) mag
het maaiblad meedraaien. We raden u aan alle
brandstofafstellingen te laten uitvoeren door
uw dealer of erkende onderhoudswerkplaats.
LET OP: Weersomstandigheden kunnen
invloed hebben op de carburateurafstelling.
UITLAAT (DS 2200 - DS 2400)
WAARSCHUWING! - Deze knalpot is uitgerust
met een katalysator, die ervoor zorgt dat de motor
voldoet aan de emissievereisten. U mag de katalysator
nooit wijzigen of verwijderen: indien u dat wel doet,
bent u wettelijk strafbaar.
WAARSCHUWING! - Knalpotten uitgerust
met een katalysator worden bij het gebruik zeer
heet en blijven dat ook lang nadat de motor is
stilgelegd. Dit is ook het geval wanneer de motor
stationair loopt. Bij aanraking kan de huid
brandwonden oplopen. Vergeet ook het
brandgevaar niet!
VOORZICHTIG! - Een beschadigde uitlaat
moet worden vervangen. Als de uitlaat vaak verstopt
is, kan dit betekenen dat de katalysator een beperkt
rendement heeft.
WAARSCHUWING: Werk niet met uw
bosmaaier als de demper beschadigd, afwezig
of gewijzigd is. Een onvoldoende onderhouden
demper verhoogt het risico op brand en
gehoorverlies.
BUITENGEWOON ONDERHOUD
Om de twee jaar, of bij intensief gebruik aan het
einde van elk seizoen, moet een algemene
controle op het apparaat worden uitgevoerd
door een gespecialiseerd technicus van het
assistentienetwerk.
LET OP: Alle niet in deze handleiding
beschreven onderhoudshandelingen moeten
door een geautoriseerde werkplaats uitgevoerd
worden.
NL
115