Publicidad
022663 MONTAGEHANDLEIDING
1. Meegeleverde onderdelen en bevestigingsmaterialen van de trekhaak verwijderen. Eventueel
aanwezige kit ter plaatse van de bevestigingspunten verwijderen.
2. Demonteer de bumper. Verwijder links en rechts de zijplaten en sla de vloermat naar voren.
Verwijder t.p.v. de aanligvlakken van de contraplaten "1" en "2" de twee plastic bevestigingen
van de vloermat op bodemvloer.
3. Boor in het chassis, van onderaf, de gaten "A" en "B" (ø 17,9) mm op naar ø 19mm. Boor t.p.v.
de gaten "A" en "B" ø 11 mm verticaal door de bodemvloer. Schuif een afstandsbus over de
boor om het gat t.o.v. het grote gat te centreren. Plaats de contraplaten "1" en "2" recht op de
bodemvloer en teken de gaten "C" en "D" af op de bodemvloer m.b.v. een centerpunt.
Verwijder de contraplaten en boor de gaten "C" en "D" ø 11 mm door en door de
chassisbalken.
Vergroot de gaten "C" en "D" aan de bovenzijde tot ø 18 mm.
4. Plaats de zijplaten "3" en "4" met in gat "A" afstandsbus "5" L=52 mm en in gat "B" afstandsbus
"6" L=50 mm, samen met bout M10x90 i.v.m. het omvallen van de afstandbussen.
Bevestig t.p.v. gat "A" 1 bout M10x90 inclusief contraplaat "2", veerring en moer handvast.
Bevestig t.p.v. gat "B" 1 bout M10x90 inclusief contraplaat "1", vulplaat "7", veerring en moer
handvast.
Plaats in de gaten "C" en "D" de afstandsbussen "6" L=50 mm. Schuif de contraplaten "1" en
"2" erboven en bevestig dit geheel d.m.v. 2 bouten M10x90, veerringen en moeren handvast.
5. Plaats de dwarsbalk en bevestig deze t.p.v. de gaten "E" m.b.v. 4 bouten M10x30 inclusief
veerringen en moeren.
6. Bevestig t.p.v. punt "F" (detail G) 1 bout M12x40 inclusief sluitring, ring ø30x13x6, veerring en
moer aan het sleepoog van de auto.
7. Zet de trekhaak vast. Hierbij de volgende aanhaalmomenten hanteren:
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
Het is noodzakelijk om na ca. 1000 km gebruik de boutverbindingen na te trekken (volgens
gegeven aanhaalmomenten).
8. Plaats de verwijderde onderdelen weer terug.
9. Bosal kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gebrek in het produkt zoals veroorzaakt
door de schuld of door welk onoordeelkundig gebruik ook van de gebruiker of een persoon
voor wie hij aansprakelijk is (art. 185, lid 2 N.B.W.).
022663 ANBAUANWEISUNG
1. Die Anhängevorrichtung auspacken und die Befestigungsteile auf Vollständigkeit überprüfen. Im
Bereich der Befestigungspunkte den Unterbodenschutz entfernen.
2. Den Stoßfänger demontieren. Die Seitenverkleidungen an der linken und rechten Seite entfernen
und die Fußbodenmatte nach vorne umschlagen.
Bei den Berührungsflächen der Gegenplatten "1" and "2" die beiden Plastikbefestigungen der
Fußbodenmatte auf den Fußboden entfernen.
3. Von unten ab die Löcher "A" und "B" von ø 17,9 mm auf ø 19 mm im Chassis durchbohren. Bei den
Löcher "A" und "B" ø 11 mm senkrecht durch den Fußboden bohren. Die Distanzbuchse über den
Bohrer schieben, um das Loch in Bezug auf das große Loch zu zentrieren. Die Gegenplatten "1"
und "2" gerade auf den Fußboden legen und die Löcher "C" und "D" mit Hilfe eines Zentrierstiftes
anzeichnen. Die Gegenplatten entfernen und die Löcher "C" und "D" auf ø 11 mm durch den
Chassisrahmen bohren.
Die Löcher "C" und "D" an der Oberseite auf ø 18 mm erweitern.
4. Die Seitenplatten "3" und "4" anlegen, wobei in Loch "A" Distanzbuche "5" L=52 mm und in Loch "B"
Distanzbuchse "6" L=50 mm, mit einer Schraube M10x90, um zuvermeiden daß die
Distanzbuchsen umfallen.
An das Loch "A" mit einer Schraube M10x90, Gegenplatte "2", Federringe und und Mutter handfest
montieren.
An das Loch "B" mit einer Schraube M10x90, Gegenplatte "1", Fülplatte "7", Federringe und Mutter
handfest montieren.
An die Löcher "C" und "D" die Distanzbuchsen "6" L=50 mm legen. Die Gegenplatten "1" und "2"
darüber schieben und das Ganze handfest mit zwei Schrauben M10x90, Federringen und Muttern
handfest montieren.
5. Den Querträger anlegen und mit vier Schrauben M10x30, Federringen und Muttern an die Löcher
"E" montieren.
6. Bei Punkt "F" (gemäß Détail G) mit einer Schraube M12x40, Unterlegcheibe, Scheibe ø 30x13x6,
Federringe und Muttern an der Abchleppöse des Fahrzeuges befestigen.
7. Die Anhängevorrichtung ausrichten und alle Schrauben mit folgenden Drehmomenten anziehen:
M10 - 46 Nm
M12 - 79 Nm
Nach ca. 1000 km die Bolzenverbindungen, wie angegeben, nachziehen.
8. Die entfernten Teile wieder anbringen.
9. Für einen Mangel am Produkt, der durch den Fahrzeughalter oder eine andere Person aufgrund
unsachgemäßer Benutzung verursacht wurde, übernimmt Bosal keine Haftung. (art. 185 lid 2
N.B.W.)
Publicidad
