door er stevig aan te trekken.
TOP TETHER-HAAK
Belangrijk: er zijn in principe 3 verschillende Top Tether-
bevestigingen, afhankelijk van de plaats van het aansluitpunt in de
auto.
Type A
fig. 11
Zet de eventuele hoofdsteun van de autostoel omhoog en voer de Top
Tether-gordels (K1) door het midden.
fig. 12
Bevestig de Top Tether-haak (K) aan de haak in de auto.
fig. 13
Belangrijk: om te zorgen dat de gordels goed aansluiten, moeten
ze altijd stevig worden aangetrokken en moet de juiste spanning worden
gecontroleerd.
Type B
fig. 14
Bevestig de Top Tether-haak (K) aan de haak in de auto aan de
achterkant van de stoelrugleuning.
fig. 15
Belangrijk: om te zorgen dat de gordels goed aansluiten, moeten ze
altijd stevig worden aangetrokken. De spanning is correct als de indicator (K3)
op de Top Tether-aansluiting (K2) groen is.
Type C
fig. 16
Bevestig de Top Tether-haak (K) aan de haak van de auto in de
bagageruimte; de haak wordt meestal aangeduid met het volgende symbool.
fig. 17
Til de afdekking op en maak de haak vast.
fig. 18
Belangrijk: om te zorgen dat de gordels goed aansluiten, moeten ze
altijd stevig worden aangetrokken. De spanning is correct als de indicator (K3)
op de Top Tether-aansluiting (K2) groen is.
DE VEILIGHEIDSGORDELS AFSTELLEN
fig. 19
Maak de veiligheidsgordels los, met behulp van de ontspanknop (J).
fig. 20
Belangrijk: trek nooit aan de gordels door het vastpakken van de
schouderbanden (G).
fig. 21
Zet het autostoeltje in de meest verticale positie, met de hendel (F).
fig. 22
Stel met de achterste hendel (D) de hoogte van de hoofdsteun (A) af
ten opzichte van de lengte van het kind.
fig. 23
Bij een correcte afstelling moeten de gordels over de schouders van
het kind lopen.
Let op: de ruggordels mogen zich niet achter de rug en niet ter hoogte van
de oren of hoger bevinden.
fig. 24
Met de rode knop (P1) ontgrendelt u de middengesp (P).
fig. 25
Zodra het kind in het autostoeltje zit, moeten de gordels worden
aangepast zodat ze over de schouders en bekken van het kind lopen.
fig. 26
Steek de twee pinnen (P2) in de middengesp totdat een KLIK de juiste
koppeling bevestigt.
fig. 27
Span de gordels rondom het kind en zorg daarbij dat de gordels niet te
strak worden gespannen.
Let op: laat altijd een minimale ruimte over tussen de gordel en de borstkas
van het kind (circa 1 cm).
fig. 28
Maak de gordels indien nodig losser met de ontspanknop (J).
fig. 29
Druk om de gordels te ontgrendelen op de rode knop (P1) op de
95