Inglesina Newton 1.2.3 Ifix Manual De Instrucciones página 97

fig. 48 Zodra het autostoeltje met de Ifix-bevestigingen in de auto is bevestigd
en het kind in het zitje is geplaatst, zet u met de hendel (E) aan de achterkant de
hoogte van de hoofdsteun (A) in de gewenste positie.
fig. 49 De positie van de behuizing van de autogordel kan de stabiliteit van
het autostoeltje in gevaar brengen; als dat het geval is, zoals te zien is op de
afbeelding, kan het autostoeltje niet worden geïnstalleerd.
fig. 50 Voer het diagonale borstgedeelte (T2) van de autogordel door de
bovenste riemgeleider (B) boven de schouder van het kind.
fig. 51 Voer daarna het buikgedeelte (T1) van de autogordel door de onderste
riemgeleiders (C) aan weerszijden van het zitje en maak de gesp vast in de
betreffende gordelbehuizing voor die stoel, totdat een KLIK de vergrendeling
bevestigt.
Belangrijk: beide riemdelen, het borst- en buikgedeelte, moeten door de
riemgeleider lopen die bij de gesp hoort.
fig. 52 Zorg ervoor dat de gordel altijd gespannen is en niet opgerold. Span de
gordel indien nodig strakker door het diagonale borstgedeelte (T2) omhoog te
trekken.
Let op! Zorg ervoor dat geen enkel deel van de autogordel gedraaid is of
gehinderd wordt en dat de bekleding van het autostoeltje de werking of de
juiste positionering van de gordel niet belemmert.
fig. 53 Belangrijk! De bovenste riemgeleider (B) moet zich altijd boven de
schouder van het kind bevinden. De autogordel mag niet te laag of te hoog
zijn ten opzichte van de schouders van het kind. Om de juiste doorvoer van
de autogordels te garanderen, dient u de hoogte van de rugleuning en van de
hoofdsteun regelmatig te controleren en aan te passen aan de lengte van het
kind.
UNIVERSELE CATEGORIE - GR. 2/3 (15-36 KG)
HET AUTOSTOELTJE INSTALLEREN
Om het autostoeltje met ALLEEN de autogordels te installeren, volgt u de
aanwijzingen van Fig. 47 tot Fig. 53.
In deze categorie is installatie met behulp van de Ifix-bevestigingen NIET
mogelijk.
ONDERHOUD VAN DE STOFFEN BEKLEDING
Het is raadzaam de bekleding regelmatig te verwijderen om deze goed te
kunnen reinigen.
fig. 54 Om de bekleding te verwijderen, verwijdert u eerst de hoes van de
hoofdsteun (A).
fig. 55 Verwijder de bekleding van de zitting en de rugleuning van het
autostoeltje en let daarbij met name op de overeenkomstige aansluitpunten van
de onderste riemgeleiders (C).
Om de bekleding aan te brengen, volgt u de aanwijzingen in omgekeerde
volgorde.
Let op! Zorg ervoor dat de bekleding voor gebruik correct wordt teruggeplaatst.
Autogordels
97