10. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
• Om beschadiging aan kabels en waterslangen te vermijden, laat U ze
niet op de grond slingeren.
• Koppel de machine van de stroomtoevoer af bij onderhouds-, reini-
gings- en herstellingswerken.
NL
• De ingestelde temperatuur en vermogen niet wijzigen als de oven in
werking is gesteld.
• Giet geen water of olie op de bovenzijde van de oven.
• Raak de oven niet aan als die in werking is om verwondingen of kwali-
teitsverlies van de producten te vermijden.
• Zorg ervoor dat het luchtafvoerkanaal niet bedekt of verstopt is..
• P robeer de oven NOOIT te reinigen terwijl die nog warm is, om brand-
wonden te voorkomen.
11. ONDERHOUD EN REINIGING
A.
Schakel de oven uit na gebruik.
B.
Na dagelijks gebruik de dampsleutel open zetten om stoom volledig
uit de bakkamer te verwijderen.
C.
Gebruik een borstel om bakresten uit de bakkamer te verwijderen.
D.
Reinig de buitenkant van de oven met een droge doek, NIET met
water. De rechter en linker behuizingsplaat van de oven verwijderen
alvorens de bakkamer te reinigen. We raden het het gebruik van een
zacht reinigingsmiddel aan.
E.
Controleer dagelijks de ovendeur, het digitale bedieningspaneel en
andere onderdelen om de goede werking van de oven te verzekeren.
F.
Controleer slangen en kabels regelmatig op lekken of beschadigin-
gen vooraleer de oven te gebruiken.
30
SINMAG EUROPE BVBA