BESCHERMINGS - EN MEETINSTALLATIES
IN HET GEVAL VAN EEN INSTALLATIE OP
EEN INSTALLATIE MET OPEN VAT
De aansluitingen, de inbedrijfstelling en de controle op de
goede werking moeten uitgevoerd worden door bevoegd
personeel dat in staat is de aansluitingen uit te voeren in
overeenstemming met de van kracht zijnde wetten en in het
bijzonder conform met de wet 46/90 (D.M. 37). Bovendien
moeten de onderhavige instructies strikt nageleefd worden.
In het geval van installaties in het buitenland verwijzen we
naar de speci eke nationale normen.
Het vullen van de inbouwhaard en van de installatie moet via
het open expansievat gebeuren en natuurlijk stromend water
door de toevoerbuis (diameter niet kleiner dan 18 mm).
Open gedurende deze fase alle ontluchtingskleppen van de
radiators zodat luchtbellen in de installatie vermeden worden
die de waterkringloop zouden tegenwerken.
OPMERKING:
- Het open expansievat moet minimaal 3 meter boven het ho-
ogste element van het primaire circuit en maximaal 15 meter
boven de uitgang van de thermohaard geplaatst zijn.
• Het vat moet hoog genoeg staan om een grotere druk te
creëren dan de druk voortgebracht door de circulatiepomp.
• Vul nooit de installatie rechtstreeks via het onder druk staan-
de waterleidingsnet daar deze druk hoger zou kunnen liggen
dan de druk aangeduid op de typeplaat van de thermokachel,
hetgeen schade aan de thermokachel zal veroorzaken.
• De veiligheidsleiding naar het expansievat moet een vrije
afvoer zonder kraantjes hebben en moet op passende wijze
geïsoleerd zijn om de bevriezing van het water erin en dus
schade aan de verbinding te vermijden.
• De toevoerbuis moet vrij zijn, zonder kranen en bochten.
• De maximum bedrijfsdruk mag de 1,5 bar niet over-
schrijden.
• De testdruk is 3 bar
• Voeg antivriesmiddel aan het water in de installatie toe of
neem de aanwijzingen van de norm UNI 8065 in acht.
• Ontsteek de inbouwhaard nooit (ook niet voor een test)
indien de installatie niet met water is gevuld; u zou onherstel-
bare schade kunnen aanbrengen.
• Verbind de afvoer van de thermische afvoerklep en van de
veiligheidsklep (schema's op de volgende pagina's)
• De test voor controle van de afdichting van de installatie
moet met open expansievat uitgevoerd worden.
• Op het warme watercircuit is het raadzaam een veili-
gheidsklep van 6 bar te installeren om het eventueel toegeno-
men watervolume in de wisselaar af te voeren.
• Plaats alle onderdelen van de installatie (circulator, wisse-
laar, kleppen enz.) in zones die gemakkelijk toegankelijk zijn
om het gewone en buitengewone onderhoud te kunnen uitvo-
eren.
WATERBEHANDELING
Voeg antivriesmiddel, anticorrosiemiddel en ontkalkingsmid-
del bij het water.
Indien het water voor vullen of bijvullen harder is dan 35°F,
dient u een waterverzachter bij te voegen.
IN HET GEVAL VAN EEN INSTALLATIE OP EEN
INSTALLATIE MET GESLOTEN VAT
(ter aanvulling van de aanwijzingen die voor installaties
met open vat zijn gegeven)
• Bij het bijvullen moet u er zorg voor dragen dat 1,5 bar niet
wordt overschreden.
• Enkel de haardversie met spiraal, geactiveerd door een klep
voor overtemperatuur, kan op een systeem met GESLOTEN
VAT geïnstalleerd worden (versie met de toevoeging CS).
• De installatie van een extra GESLOTEN EXPANSIEVAT
moet in beschouwing genomen worden als de aansluiting van
de thermohaard op een bestaande installatie wordt aangeslo-
ten.
• De druk stroomopwaarts van het koelcircuit moet minstens
1,5 bar bedragen. (UNI 10412/2 par. 6.2).
Raadpleeg de norm UNI 8065- 1 9 8 9 (behandeling van het
water van thermische installaties voor civiel gebruik).
- 105
- 105
-
-