Aanpassingen en instelling
Neem er de tijd voor om te leren hoe u de fiets afstelt op
uw lichaam; hierdoor wordt uw training aangenamer en
het is bovendien veiliger. Als u op een verkeerd afgestel-
de fiets rijdt, kan dit leiden tot ongemakken en wordt de
kans op letsel groter.
Aanpassing van de zadelpositie
Hoogteverstelling van het
zadel:
1. Ga naast de fiets staan en
pas het zadel aan tot het zich
ongeveer op heuphoogte
bevindt.
2. Draai de crancks tot de pe-
dalen zich in verticale positie
bevinden
3. Plaats uw voet in de toe-clip
van het pedaal dat zich het
dichtst bij de grond bevindt en ga op de fiets zitten.
Zorg dat de bal van uw voet zich boven het midden
van het pedaal bevindt. Uw been moet bij de knie
licht gebogen zijn, ongeveer 5 graden.
4. Als uw been te recht is of uw voet het pedaal niet kan
raken, moet u het zadel lager zetten. Als uw been te
veel gebogen is, moet u het zadel hoger zetten.
5. Stap van de fiets af. Maak de snelontgrendelingshen-
del van de zadelbuis los en zet het zadel hoger of
lager.
6. Wanneer het zadel op de juiste hoogte staat, zet u
de snelontgrendelingshendel weer vast om de zadel-
buis vast te zetten.
Verstelling van het zadel
naar voren/achteren:
7. Ga op de fiets zitten met de
crancks op de posities 3 en 9
uur. Voor training voor weg-
wielrenners wordt de juiste
voor-/achterpositie van het za-
del bereikt wanneer de kleine
verhoging aan de bovenkant
van het scheenbeen zich bo-
ven de pedaalas bevindt.
8. Stap van de fiets af. Maak de snelontgrendelingshen-
del onder het zadel los en schuif het zadel al naar
gelang uw voorkeur naar voren of achteren. Zet de
snelontgrendelingshendel daarna weer vast.
Aanpassing van het stuur
Hoogteverstelling van het
stuur:
1. De hoogte van het stuur is
een kwestie van voorkeur.
Begin met een stuurhoogte
die gelijk is aan de hoogte
van het zadel. Door het stuur
hoger te zetten, zit de berijder
meer recht omhoog; als het
stuur lager wordt gezet, zit de
berijder meer voorovergebogen.
2. Maak de snelontgrendelingshendel op de stuurbuis
los en schuif het stuur omhoog of omlaag om het ho-
ger of lager te zetten. Zet daarna de snelontgrende-
lingshendel weer vast om de zadelbuis vast te zetten.
Markeer de uiteindelijke positie op de stuurbuis als
geheugensteuntje.
Aanpassing vooruit/achteruit van de stuurpo-
sitie:
3. Maak de snelontgrendelingshendel onder het stuur los
en schuif het stuur al naar gelang uw voorkeur naar
voren of achteren. Bij een correcte voor-/achterpo-
sitie moet de berijder het stuur comfortabel kunnen
vastpakken met licht gebogen ellebogen.
4. Zet de snelontgrendelingshendel weer vast om het
stuur vast te zetten.
Aanpassing vooruit/achteruit van de stuurpo-
sitie:
5. Maak de snelontgrendelingshendel onder het stuur los
en schuif het stuur al naar gelang uw voorkeur naar
voren of achteren. Bij een correcte voor-/achterpo-
sitie moet de berijder het stuur comfortabel kunnen
vastpakken met licht gebogen ellebogen.
6. Zet de snelontgrendelingshendel weer vast om het
stuur vast te zetten.
Gebruik van de twee functies van de pedalen
Klampen aan uw schoenen bevestigen:
Als u vragen heeft, kunt u het beste een rijwielhandelaar
om advies vragen of de instructies van de schoenenfabri-
kant raadplegen. Bij bevestiging van de klamp moet de
laterale middenlijn zich onder het midden van de bal van
de voet bevinden. Via de sleuven in de schoenzool kunt
u de klamp verder naar voren of achteren schuiven. De
aanpassing aan de zijkanten vindt plaats via de speling
tussen de klampring en de klamp. Maak de klampen zeer
stevig vast. De positie van de klampen kan nog verder
worden verfijnd, op basis van uw persoonlijke voorkeur,
na proefgebruik. Het kan enige tijd kosten voordat u de
optimale positie van de klampen heeft gevonden.
Toe-Clips:
All standard toe clips can be attached to the pedals. Use
fixing hardware and installation instructions supplied with
toe clips and ensure the attachment screws are firmly
tightened before use.
Het gebruik van de pedalen:
Zet de schoenen met klampen in de pedalen door de
klampen tussen de bindingen te plaatsen en omlaag te
drukken. Maak de schoenen los van de pedalen door de
hiel buitenwaarts te draaien, van de fiets weg.
De spanning van de bindingen is instelbaar en moet zo-
danig worden ingesteld dat de klampen en de schoenen
niet loskomen tijdens het trappen. Gebruik een inbussleu-
tel om de spanning aan te passen: met de wijzers van de
klok mee om de spanning van de binding te verhogen,
tegen de wijzers van de klok in om de spanning van de
binding te verlagen.
Sprinter
23