5. 5. ONDERHOUD EN NAZICHT
5.1 Onderhoud
• Controleer regelmatig de waterbevoorradingsvoorziening en de ontluchting. U dient de omstandigheden
waarbij er geen water in het systeem circuleert of lucht in het systeem binnekomt te vermijden, aangezien
dit de prestatie en de betrouwbaarheid van de eenheid zal beïnvloeden. U dient de filter van het zwembad/
bubbelbad regelmatig te reinigen teneinde schade aan de eenheid ten gevolge van een vuile of verstopte
filter te vermijden.
• De zone rondom de eenheid moet droog, zuiver en goed geventileerd zijn. Reinig regelmatig de zijdelingse
warmtewisselaar om een goede warmteuitwisseling te bewaren en energie te besparen.
• De werkingsdruk van het koelsysteem dient uitsluitend door een bevoegd technicus te worden onderhouden.
• Controleer regelmatig de elektrische voeding en de aansluitingskabel. Als de eenheid onregelmatig zou
beginnen te werken, zet het contact af en neem contact op met een bevoegd technicus.
• Verwijder alle water uit de waterpomp en het watersysteem zodat er geen water in de pomp of het
watersysteem kan bevriezen. Indien de eenheid voor een langere periode niet wordt gebruikt, dient u het
water aan de bodem van de pomp af te laten. U dient de eenheid grondig te controleren en het systeem
volledig met water te vullen, alvorens het na een lange periode van stilstand opnieuw in gebruik te nemen.
5.2 Gids voor het oplossen van problemen
Slechte werking
Inlaat water temp. sensor fout
Uitlaat water temp. sensor fout
Verdampingsklos sensor fout
Omgevingstemperatuur sensor fout
Temp. verschil tussen water-in en
water-out is te groot
Ontvriezingscyclus
Eerste niveau
bevriezingsbescherming in de winter
Tweede niveau
bevriezingsbescherming in de winter
Overdruk bescherming
Onderdruk bescherming
Debietschakelaar fout
PP6 alarmcode trad 3 maal op in 30
minuten tijd
Ontvriezingscyclus
Communicatie fout
LED-scherm
PP1
De sensor is open of in kortsluiting
PP2
De sensor is open of in kortsluiting
PP3
De sensor is open of in kortsluiting
PP5
De sensor is open of in kortsluiting
Onvoldoende waterdebiet, te klein
PP6
verschil in waterdruk
PP7
Water uitlaat is te laag
Omgevingstemperatuur of water
PP7
temperatuur inlaat is te laag
Omgevingstemperatuur of water
PP7
temperatuur inlaat is zelfs lager
Gassysteemdruk te hoog, of
EE1
waterdebiet te laag
Gassysteemdruk te laag, of de
EE2
luchtstroming is onvoldoende of de
verdamingsklos is verstopt
Geen/te weinig water in het
EE3
watersysteem
EE5
Onvoldoende waterdebiet
Ontvriezingscode
Display
LED-controler en PCB- aansluiting
EE8
fout
Reden
Controleer of vervang de sensor
Controleer of vervang de sensor
Controleer of vervang de sensor
Controleer of vervang de sensor
Controleer het waterdebiet, of
verstopping van het systeem
Controleer het waterdebiet, of de
sensor van de uitlaat water temp
Controleer de hogedruk schakelaar
en de gassysteemdruk om te
oordelen of de gascirculatie
geblokkeerd is. Controleer het
waterdebiet.
Controleer de lagedruk schakelaar
en de gassysteemdruk om te zien of
er een gaslek is
Check het waterdebiet, en of de
waterpomp en de debietschakelaar al
dan niet hebben gefaald
Controleer het waterdebiet, of dat het
watersysteem al dan niet is verstopt
Controleer de kabelverbindingen
Oplossing
11