Plafondmontage - Eilandmontage
1. (Bij gebruik met afvoerlucht) Bereid een
geschikte luchtafvoeropening in het
plafond voor.
2. Bepaal de bedieningszijde van de kap;
aan deze zijde bevindt zieh het bedie-
ningspaneel.
3. Om een optimale afzuigcapaciteit te
bereiken moet de positie van de afzuig-
kap midden boven het fornuis worden
vastgelegd (gebruik een schietlood);
markeer het middelpunt van de toren
op het plafond.
4. Markeer de posities voor de bevesti-
gingsgaten
met
sjabloon.
5. Maat (X-Y) bepalen; X = afstand tussen
kookoppervlak en plafond, Y s= afstand
tussen kookoppervlak en afzuigkap.
6. De schroeven zover in de plugs schro-
even dat nog ca. 20mm uitsteekt. Bij
standaard torens met snelmontage-
flens de moeren op de schroeven
draaien.
INSTALLATIEHANDLEIDING
behulp
van
de
7. Daarna de slang voor
de afgevoerde lucht
(bedrijf met afgevoer-
de
lucht)
en
aansluitingsleiding
van het plafond naar
beneden voeren. De
slang voor de afgevo-
erde lucht moet onge-
veer 10 cm langer dan
de boventoren zijn.
NL
de
127