14. Achtertaille
De achtertaille-bevestiging mag uitsluitend worden
gebruikt voor voortbewegingsbeperking. Het achter-
taille-bevestigingselement mag niet worden gebruikt
als valbeveiliging. Onder geen enkele omstandigheid
is het toegestaan om de achtertaille-bevestiging te
gebruiken voor een ander doeleinde dan voortbewe-
gingsbeperking. De achtertaille-bevestiging mag
alleen worden onderworpen aan minimale belasting
door de taille van de gebruiker. Hij mag nooit worden
gebruikt om het volledige gewicht van de gebruiker
te dragen.
15. Heup
De heup-bevestigingselementen moeten worden
gebruikt in paren en ze mogen uitsluitend worden
gebruikt voor werkhouding-bepaling. De he-
up-bevestigingselementen mogen niet worden geb-
ruikt als valbeveiliging. Heup-bevestigingen worden
vaak gebruikt voor werkhouding-bepaling door
boomchirurgen, werknemers in de nutssector die
masten beklimmen en werknemers in de bouw die
staal vlechten en op bekistingswanden klimmen.
Gebruikers worden gewaarschuwd geen he-
up-bevestigingselementen (of enig ander stijf punt
van de harnasgordel) te gebruiken om het ongebrui-
kte uiteinde van een valbeveiligingsklimset op te
bergen, omdat dit struikelgevaar kan veroorzaken, of
in geval van een meervoudig vertakte set door het
ongebruikte deel van de set, een ongunstige belast-
ing kan veroorzaken op de harnasgordel en de
drager.
16. Hangzitting
De hangzitting-bevestigingselementen moeten
worden gebruikt in paren en ze mogen uitsluitend
worden gebruikt voor werkhouding-bepaling. De
hangzitting-bevestigingselementen mogen niet
worden gebruikt als valbeveiliging.
Hangzitting-bevestigingen worden vaak gebruikt
voor langdurige, hangend uit te voeren werkzaam-
heden, waarbij de gebruiker op de hangzitting kan
zitten die wordt gevormd tussen de twee bevestig-
ingselementen. Een voorbeeld hiervan is glasbe-
wassing bij grote gebouwen.
GEBRUIKERSINSPECTIE, ONDERHOUD EN OPSLAG
VAN UITRUSTING
Gebruikers van persoonlijke valbeveiligingssystemen
dienen ten minste alle instructies van de fabrikant
met betrekking tot het testen, het onderhoud en de
opslag van uitrusting op te volgen. De werkgever van
de gebruiker moet de instructies van de fabrikant
bewaren en gemakkelijk toegankelijk maken voor alle
gebruikers. Zie ANSI/ASSE Z359.2, minimum-
voorschriften voor een gepland valbeveiligingspro-
gramma met betrekking tot gebruikersinspectie,
onderhoud en opslag van uitrusting.
1. Naast de in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant
vermelde beproevingseisen moet de uitrusting ten
minste om het jaar vóór elk gebruik door de gebrui-
ker en bovendien door een bevoegde derde worden
gecontroleerd op:
- ontbreken of onleesbaarheid van markeringen
- ontbreken van elementen die de vorm, het vastzit-
ten of de werking van de uitrusting beïnvloeden
- aanwijzingen voor gebreken of beschadigingen in
metalen onderdelen, inclusief scheuren, scherpe
randen, vervorming, corrosie, chemische aantasting,
oververhitting, verandering en overmatige slijtage.
- aanwijzingen voor gebreken of beschadigingen aan
riemen en kabels, inclusief rafelen, splitsen, open-
draaien, knikken, knoopvorming, vastbinden, ges-
cheurde of eruit getrokken naden, buitensporige rek,
chemische aantasting, overmatige verontreiniging,
schuren, verandering, benodigde of overmatige