12 Progress
De functie uitschakelen: schakel de
kookplaat in met
in. Raak
4 seconden aan.
Schakel de kookplaat uit met
De functie gedurende één kooksessie
onderdrukken: zet de kookplaat aan met
.
gaat aan. Raak
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt de kookplaat bedienen.
Als u de kookplaat uitschakelt met
treedt de functie weer in werking.
Vermogensbeheer
• De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
• Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een enkele
fase de 3700 W overschrijdt.
• De functie verlaagt het vermogen naar
de andere kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
• De weergave van de warmte-instelling
van de verlaagde zones wisselt af
tussen de gekozen warmte-instelling en
de verlaagde warmte-instelling. Na
enige tijd blijft de weergave van de
warmte-instelling van de verlaagde
zones op de verlaagde warmtestand
staan.
. Stel geen kookstand
gaat aan.
.
4 seconden
,
Hob²Hood
Het is een geavanceerde automatische
functie die de kookplaat op een speciale
afzuigkap aansluit. Zowel de kookplaat als
de afzuigkap heeft een
infraroodontvanger. De snelheid van de
ventilator wordt automatisch bepaald op
basis van de modusinstelling en de
temperatuur van de heetste pan op de
kookplaat. U kunt de ventilator van de
kookplaat handmatig bedienen.
Voor de meeste afzuigkappen
wordt het
afstandsbedieniningssysteem
uitgeschakeld. Inschakelen
voordat u de functie gebruikt.
Zie voor meer informatie de
gebruikershandleiding van de
afzuigkap.
De functie automatisch bedienen
Stel de automatische modus in op H1 –
H6 om de functie automatisch te
bedienen. De kookplaat wordt
oorspronkelijk ingesteld op H5.De
afzuigkap reageert als u de kookplaat in
gebruik neemt. De kookplaat herkent de
temperatuur van de pannen automatisch
en stelt de snelheid van de ventilator erop
af.
Automatische modi
Auto‐
mati‐
sche
ver‐
lich‐
ting
Modus
Uit
H0
Modus
Aan
H1
Modus
Aan
3)
H2
Ko‐
Bak‐
1)
2)
ken
ken
Uit
Uit
Uit
Uit
Ventila‐
Ventila‐
torsnel‐
torsnel‐
heid 1
heid 1