SEMI-AUTOMATISCH LASSEN VAN ALUMINIUM (MIG MODUS)
Kies de gewenste uitgaande spanning en stel de draadsnelheid in volgens de aanbevelingen zoals vermeld in de tabel op het appa-
raat, en naar gelang de dikte van de te lassen elementen (fig. VII).
De MULTIWELD 250T/320T kan worden uitgerust om te lassen met aluminium draad van Ø 0.8 en 1.0 mm (fig. II-B).
Voor aluminium dient u een specifiek zuiver Argon (Ar) gas te gebruiken. Om het juiste gas te kiezen, kunt u advies vragen aan
uw gasleverancier. De gastoevoer bij aluminium ligt tussen 15 en 25 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving en de ervaring
van de lasser.
De verschillen tussen het gebruik van staal en aluminium:
- Gebruik specifieke aanvoerrollen voor het lassen van aluminium.
- Zet minimale druk op de rollen van de draadaanvoer zodat u de draad niet beschadigt.
- Gebruik de capillaire buis alleen voor het lassen van staal/inox.
- Het prepareren van een aluminium toorts vereist speciale aandacht. Deze heeft een teflon mantel om wrijvingen te verminderen.
De mantel niet bij de aansluiting afknippen, deze moet langer zijn dan de capillaire buis die ze vervangt en dient om de draad
vanaf de aanvoerrollen te geleiden.
- Contact buis: gebruik de contact buis SPECIAAL aluminium die overeenkomt met de diameter van de draad.
LASSEN MET « NO GAS » LASDRAAD
Kies de gewenste uitgaande spanning en stel de draadsnelheid in volgens de aanbevelingen vermeld in de tabel op het apparaat,
en naar gelang de dikte van de te lassen elementen (fig VII).
De MULTIWELD 250T/320T is geschikt voor het lassen van « No Gas » lasdraad Ø 0.9 tot 1.2 mm, op voorwaarde dat de polariteit
omgekeerd is (fig. III - aanhaalmoment maximum 5 Nm). Voor het instellen van deze toepassing kunt u de aanwijzingen op pagina
66 opvolgen. Lassen met gevuld draad met een standaard nozzle kan oververhitting en beschadiging van de toorts veroorzaken.
Gebruik bij voorkeur een speciale « No Gas » nozzle, of verwijder de oorspronkelijke nozzle (fig. III).
SEMI-AUTOMATISCH MIG / MAG LASSEN
AANSLUITING EN ADVIEZEN
• Sluit de massakabel aan op de positieve (+) of de negatieve (-) aansluiting, afhankelijk van het type draad dat gebruikt wordt (over
het algemeen op de -).
KEUZE VAN MODULE EN INSTELLING
Druk op de linkerknop
kermodule te kiezen : 2T of 4T (de bediening van de trekker is alleen beschikbaar voor de MIG-module).
1. Lasspanning instellen :
Stel de lasspanning in met behulp van de linker draaiknop
van de uit te voeren werkzaamheden. De aanbevolen spanning wordt aange-
geven op de linker display.
2. Instellen van de draadsnelheid :
Pas de garensnelheid aan met de middelste knop
verrichten werk. Het toerentalsetpoint wordt op de rechter display weerge-
geven.
3. Instellen van de inductie :
Pas het inductie-niveau, een relatieve waarde tussen MIN en MAX,.aan met
behulp van de rechter draaiknop
harder en gerichter de boog zal zijn. Een hoger inductie-niveau geeft een
zachtere boog met weinig projectie.
Kies de gewenste uitgaande spanning en stel de draadsnelheid in volgens de aanbevelingen zoals vermeld in de tabel op het appa-
raat, en naar gelang de dikte van de te lassen elementen (fig. VII).
INSTALLATIE VAN DE SPOEL EN INBRENGEN VAN DE DRAAD (FIG. IV)
De MULTIWELD is geschikt voor spoelen van Ø 200/300 mm (ecologisch).
• Haal de contactbuis van de toorts af (fig. D), evenals het mondstuk (fig. E).
Fig A :
• Open het klepje van het apparaat.
• Plaats de spoel op de houder (3).
• Stel de rem (4) af, om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt. Draai, over het algemeen, niet te strak aan.
Dit kan de motor oververhitten.
50
MULTIWELD 250T / 320T
om de gewenste MIG/MAG lasmodule te kiezen, en druk op de rechterknop
, afhankelijk van het te
. Hoe lager het inductie-niveau, hoe
, afhankelijk
V
MIG
V
De zwart-gekleurde zones worden in deze module niet gebruikt.
NL
om de gewenste trek-
A
m/min
MMA MIG
2T
MMA
MIG
MIG
4
5
3
2
+
+
4T
6
inductance
7