Reinig het kettingwiel (18) en de bevestiging van het
geleidingsrail met een borstel.
Een versleten of beschadigd kettingwiel reduceert de
levensduur van de zaagketting en dient vandaar
meteen door de klantenservice te worden vervangen
Luchtfilter reinigen resp. vervangen
Verwijder stof en vuil regelmatig van het luchtfilter om
−
startproblemen,
−
vermogensverlies
−
een te hoog brandstofverbruik te voorkomen.
Reinig het luchtfilter ongeveer om de acht bedrijfsuren en bij
veel stof vaker.
1. Maak de luchtfilterafdekking (21) open.
2. Neem het luchtfilter (22) uit.
3. Dek de aanzuigopening af met een schone doek, zodat er
geen vuil in de carburateur terechtkomt.
4. Trek de beide delen van het luchtfilter uit elkaar.
5. Was het luchtfilter in lauw zeepsop.
Blaas vuildeeltjes niet weg, gevaar voor oogletsel!
6. Laat het luchtfilter goed drogen en zet hem weer terug.
Beschadigde
luchtfilters
vervangen worden.
Brandstoffilter vervangen
De kettingzaag is uitgerust met een brandstoffilter. Controleer
deze filter regelmatig en reinig of vervang hem.
Open hiervoor de tankdop (9) en haal het brandstoffilter (10) uit
de tank.
I Wanneer het filter slechts licht verontreinigd is, moet u hem
voorzichtig
van
de
reinigingsbenzine reinigen.
Wanneer het brandstoffilter sterk verontreinigd is,
moet u het brandstoffilter vervangen.
Bougie controleren resp. vervangen
− Raak de bougie of bougiestekker niet aan als de
motor draait. Hoogspanning!
− Gevaar voor verbranding bij hete motor.
− Draag veiligheidshandschoenen!
Controleer de bougie en de elektrodenafstand regelmatig.
Ga hiertoe als volgt te werk:
Maak de luchtfilterafdekking (21) open.
Trek de bougiestekker (23) van de bougie (24) af.
Draai de bougie met de meegeleverde bougiesleutel (36)
eruit.
De elektrodenafstand moet 0,6 tot 0,7 mm bedragen.
Reinig de bougie, als deze vuil is.
Monteer de bougie in omgekeerde volgorde.
Bougie niet te sterk aantrekken.
moeten
onmiddellijk
olieleiding
aftrekken
en
Vervang de bougie:
alle 100 uren of 1x jaarlijks (afhankelijk daarvan, welk geval
−
zich het eerst voordoet)
bij sterke elektrode-afbrand
−
−
bij zeer vuile elektroden of elektroden die bedekt zijn met
een laagje olie
Gebruik de volgende bougies:
L8RTF/NHSP LD, BPMR7A/NGK, BM6A/Torch,
RCJ7Y/Champion
Vergelijkbaar met referentietypes:
BOSCH WSR6F, OREGON OPR15Y
Ontstekingsvonk controleren
1. Draai de bougie (24) los.
2. Steek de bougiestekker (23) goed op de bougie.
3. Druk de bougie met een geïsoleerde tang tegen het
motorhuis (niet in de buurt van het bougiegat).
4. Zet de AAN-UIT-schakelaar in de positie „
5. Trek aan de startkabel.
Als er geen vonk tussen de elektroden te zien is, kan
de bougie defect zijn.
Kettingvanger
De kettingvanger (30) voorkomt dat de gebruiker gedurende het
zagen
een
tegemoetkomt.
Controleer de kettingvanger regelmatig en vervang
hem, wanneer hij beschadigd is.
Geluiddemper / uitlaatopening
met
Controleer regelmatig of de schroeven van de geluiddemper
(25) niet losgeraakt zijn.
Als ze loszitten, moet u ze bij koude motor handvast
vastdraaien.
Haal de schroeven van de geluiddemper niet aan, als de
motor heet is.
Reinig de uitlaatopening regelmatig.
Carburateur instellen (stationair toerental)
De carburateur is vanaf fabriek op het juist stationair toerental
ingesteld, zo dat de motor het juiste brandstof-luchtmengstel
wordt toegevoerd.
Een verkeerde instelling van de carburateur leidt tot
zware beschadigingen van de motor. Werk absoluut
niet verder met de kettingzaag!
In de volgende gevallen moet de carburateur (stationair
toerental) worden gecorrigeerd:
−
toerental te hoog (zaagketting draait in het stationair draaien
door)
−
onregelmatige loop of gebrekkige versnelling (stationair
toerental te laag)
−
aanpassing aan weersomstandigheden, temperaturen
gescheurde
of
gesprongen
"
zaagketting
128