7.3.3 Plaatsen en onderhoud van de elektroden
OPMERKING: Deze sectie is van toepassing op elektroden die voor normale geleidingsdraden worden gebruikt. Als u de
Phoenix-dijband gebruikt, volgt u dan de desbetreffende instructies.
1. Verwijder de plastic folie van de elektroden en plaats de elektroden op de betreffende plaats op het lichaam. Volg het
advies van uw arts en sectie 6.4 voor de juiste wijze van plaatsen van de elektroden. Controleer altijd of de elektroden
volledig met de huid contact hebben. Als de hechting van de elektroden niet goed is, moet u nieuwe elektroden
gebruiken.
2. Koppel aan het eind van de behandeling de geleidingsdraden eerst los van de elektroden. Maak vervolgens de elektroden
van de huid los en plaats ze terug op de plastic folie. Plaats ze terug in de plastic zak en verzegel deze opnieuw.
3. Elektroden kunnen op den duur slijten. Controleer de toebehoren regelmatig op tekenen van slijtage en vervang ze indien
nodig. Gebruik de elektroden niet als hun hechtvermogen zwak wordt. Neem contact op met Empi om extra elektroden
te bestellen.
Ga als volgt te werk om de levensduur van de elektroden te maximaliseren:
• Reinig de betreffende delen van de huid met een milde zeepoplossing alvorens de elektroden vast te maken. Spoel
na het reinigen goed af met water en maak de huid zorgvuldig droog.
• De kleefkracht van droge elektroden met een slechte hechting kan worden hersteld. Zie de verpakking van de
elektroden voor volledige instructies.
• Vervang de elektroden bij rechtstreeks contact met de huid of bij herhaaldelijk optreden van bloot liggende
geleidingsdraden.
• Verwijder de elektroden door aan de zijkant ervan te trekken. Trek niet aan de geleidingsdraad.
• Bevestig de plastic folie na gebruik opnieuw aan de elektroden. Bewaar de elektroden in de bijbehorende zakjes.
• Bewaar de elektroden op een koele plaats.
• U wordt aangeraden overtollig haar weg te kippen op de plaatsen waar de elektroden worden aangebracht. Knip de
haren af met een schaar. Niet scheren.
• Laat de elektroden niet gedurende langere tijd aan de huid bevestigd zitten. Verwijder de elektroden na elk gebruik.
Pas de elektroden op verschillende gebieden toe en droog de huid na de behandeling zorgvuldig. Zo voorkomt u
huidirritatie. Als u huidirritaties ontdekt, raadpleegt u uw arts en onderbreekt u de therapie tot de irritatie verdwenen
is.
7.3.4 Aansluiten van de geleidingsdraden aan de elektroden
Sluit het eind van de pin van de geleidingsdraad aan de betreffende elektrode. Let op de
polariteit, zoals weergegeven in sectie 6.4 en volg de aanwijzingen in sectie 2.1.
7.3.5 Gebruik van de Empi Phoenix-dijband (optioneel)
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de Empi Phoenix-dijband voor meer informatie.
220
Phoenix User's Manual