Het apparaat kan door uw arts in een vooraf gedefinieerd programma zijn vergrendeld. In dat geval kunt u de
programmaselectie niet wijzigen en zijn de toetsen voor de programmaselectie niet actief. Onder het programmanummer
wordt een overeenkomstige tekst weergegeven.
4. De stappenindicator geeft het aantal stappen voor elk programma weer. De programma timer geeft de totale duur van het
programma weer. Als u het gewenste programma hebt geselecteerd, verhoogt u de intensiteit van de gewenste kanalen
met de toetsen voor het verhogen van de intensiteit. Zie sectie 6.6 voor informatie over de intensiteitssterkte.
5. De intensiteit van elk kanaal wordt zowel numeriek als met een staafdiagram weergegeven.
De intensiteiten van de programma's voor amyotrofie (P1) en spierversterking (P2) worden
uitgedrukt in energieniveaus (max. 520), terwijl de intensiteiten van de programma's voor TENS
(P3) en oedeem (P4) in mA (max. 100 mA) worden uitgedrukt.
7.4.4 Pausefunctie
U kunt de behandeling op elk gewenst moment onderbreken door eenmaal op de AAN/UIT-toets
vallen de intensiteiten terug naar nul, stopt de timer en gaat de timer-indicator knipperen.
Als u de behandeling wilt hervatten, verhoogt u de intensiteiten naar het gewenste niveau. Hierdoor wordt de timer
automatisch hervat.
In de pauzemodus kunt u de unit uitschakelen door nogmaals op de AAN/UIT-toets
7.4.5 Einde van de behandeling
Alle behandelingen, behalve P3 (TENS), worden automatisch door de timer beëindigd. Als de behandeling is beëindigd, vallen
de intensiteiten automatisch terug naar nul en knippert de timer-indicator onder weergave van 00:00.
Voor het TENS-programma (P3) loopt de timer onbeperkt door. Het programma wordt dus niet na een vastgestelde tijd
beëindigd. Stop de behandeling na de door de arts aanbevolen tijdsduur door op de AAN/UIT-toets
• U schakelt het apparaat uit door op de AAN/UIT-toets
Ontkoppel de elektroden en de geleidingsdraden zoals aangegeven in sectie 7.3. Elektroden die niet meer voor gebruik
geschikt zijn, kunnen met het normale huishoudelijk afval worden weggegooid.
7.4.6 Gebruik van de handschakelaar (optioneel)
De handschakelaar kan op de desbetreffende poort op de unit worden aangesloten.
De handschakelaar kan worden gebruikt om handmatig de contractiecycli af te wisselen met actieve rust of om de stimulatie
aan en uit te zetten.
• Door in een continue modus (P3, P4, warming-op en cool-down van P1 en P2) de toets in te drukken, wordt de
stimulatie geactiveerd. Door de toets los te laten, worden alle intensiteiten op nul teruggebracht.
• Door in de werkmodus de toets achtereenvolgens in te drukken en los te laten, wordt gewisseld tussen contracties en
actieve rustfasen.
222
te drukken.
te drukken.
te drukken. In dat geval
te drukken.
Phoenix User's Manual