MONTAGE INSTRUCTIES ZADEL
Plaats de klamp van het zadel (F) Fig. 4 aan de
horizontales zadelpen (G) zoals wordt getoond in
Fig. 4, plaats het zadel op zijn plaats en draai de
schroeven van de klamp stevig aan. Plaats
vervolgens de horizontale zadelbuis (G) in het gat
van de zadelpen (H) Fig 4, zet deze op de goede
stand en draai de instelknop (S) Fig 5 vast. Plaats
de zadelpen (H) in de buis van het centrale frame
(A), zet deze in een comfortabele stand en draai
de instelknop (T) van de zadelpen kloksgewijs vast
Fig 5.
AFSTELLEN VAN DE HOOGTE VAN HET
ZADEL
Draai de instelknop (T) van de zadelpen een
beetje los (tegen de wijzers van de klok in) Fig. 4
en wanneer deze op de gewenste hoogte staat
draait u de instelknop (T) stevig vast (kloksgewijs).
Verblijf
binnen
de
uittredende het merk MIN INSERT.
HORIZONTALE AFSTELLING VAN HET ZADEL
Draai de instelknop (S) van de zadelpen tegen de
wijzers van de klok los Fig. 4 en wanneer deze op
de juiste stand voor het uitvoeren van de oefening
staat, draait u de instelknop (S) stevig, kloksgewijs,
vast.
Verblijf
binnen
de
uittredende het merk MIN INSERT.
PLAATSING VAN HET STUUR
Plaats het stuur (B) in de stuurbuis (C), Fig. 5,
draai de instelknop (V) vast. Vervolgens brengt u
de stuurbuis (C) in de uitstekende buis van het
centrale frame (A) Fig. 5, zet deze in de goede
stand en draait de instelknop (Y) stevig vast,
richting de wijzers van de klok.
HORIZONTALE AFSTELLING VAN HET STUUR.
Zet het stuur (B) op de gewenste afstand voor het
uitvoeren van de oefeningen zonder het MIN
INSERT referentiepunt te overschrijden en draai
de instelknop (V) stevig vast Fig 5. Verblijf binnen
de verwijzing 0-6.
VERTICALE AFSTELLING VAN HET STUUR.
Zet het stuur (B) op de gewenste afstand voor het
uitvoeren van de oefeningen zonder het MIN
INSERT referentiepunt te overschrijden en draai
de instelknop (Y) stevig vast Fig 5. Verblijf binnen
de verwijzing 0-14.
AFSTELLING VAN DE WEERSTAND
Om de inspanning tijdens de oefeningen te
regelen,
is
dit apparaat voorzien
weerstandsregelaar (Z), die zich bevindt aan de
buis van het centrale frame (A) Fig 6. Door deze in
de richting van de wijzers van de klok te draaien
verkrijgt u verschillende weerstandsinstellingen.
Om de spanning op de pedaalslag te verhogen
draait u de weerstandsregelaar (Z) kloksgewijs (+),
verwijzing
0-19
zonder
verwijzing
0-17
zonder
van
tot dat u de voor u gewenste inspanning tijdens de
oefening heeft bereikt.
Om de spanning op de pedaalslag te verlagen
draait u de weerstandsregelaar (Z) tegen de
wijzers van klok (-),
Tijdens het uitvoeren van de oefening wordt het
vliegwiel, door het effect van het afremmen, warm.
Daarom wordt aanbevolen, na het beëindigen van
de
oefening,
minimumstand te zetten om te voorkomen dat de
remschoen verhardt.
Belangrijk:
Deze weerstandsregelaar (Z) beschikt over een
noodrem die, wanneer men hierop hard drukt
(zoals door de pijl van Fig 6 wordt aangegeven),
een directere remming op het wiel tot gevolg heeft.
NIVELLERING
Controleer, wanneer u de eenheid op zijn
definitieve plaats heeft geplaatst, of deze stevig op
de grond staat en of deze waterpas staat. Dit kunt
u regelen door de nivelleringspootjes (10) meer of
minder uit te schroeven, zoals wordt getoond in
figuur 6.
VERPLAATSING EN OPBERGEN
Dit apparaat is uitgerust met wieltjes (13) Figuur 6,
wat het verplaatsen vergemakkelijkt. De twee
wieltjes bevinden zich aan de voorkant van het
apparaat en vergemakkelijken het u het apparaat
te verplaatsen en op de uitgekozen plaats te
plaatsen door de voorkant iets te laten overhellen
en te duwen, zoals wordt getoond in figuur 7. Berg
het apparaat op een droge plaats op, waar zo min
mogelijk
vinden
ONDERHOUD VAN HET TOESTEL
Maak na elke sessie het stuur en het zadel een
desinfecterende spray schoon, veeg ook zweet dat
eventueel op het frame zit schoon.
Strijk het vliegwiel elke keer, of ten minste een
maand, met een rust-remmer.
ONDERHOUD
GEBRUIKSUREN
1. PEDALEN VASTDRAAIEN
Hoewel de pedalen al zijn gemonteerd, geven we
toch nog even mee dat de rechterpedaal (met een
R aangegeven) wordt gemonteerd door in de zin
van de wijzers van de klok te draaien, de
linkerpedaal (met een L aangegeven) wordt in
tegengestelde richting vastgedraaid.
een
Onderhoud:
-Reviseer de spanning van de pedaal en de beugel
door de regelschroef af te stellen met een Allen-
sleutel van 3 mm.
22
weerstandsregelaar
temperatuursschommelingen
NA
ELKE
op
de
plaats
100