3) ALGEMEEN
Het bedieningspaneel LIBRA-C-LX wordt door de fabrikant met standaard
instellingen geleverd. Iedere willekeurige verandering moet worden ingesteld
middel van een universeel programmeerbare palmtop. Het bedieningspaneel
ondersteunt het EELINK-protocol volledig.
De hoofdkenmerken zijn de volgende:
-
besturing van twee motoren Lux BT of Lux G BT
N.B.: Er moeten 2 motoren van hetzelfde type gebruikt worden.
-
elektronische afstelling van het koppel met obstakeldetectie
-
ingangen besturing encoder
-
aparte ingangen voor de veiligheden
De kaart is voorzien van een verbindingsstrip van het verwijderbare type
om het onderhoud of de vervanging eenvoudiger te maken. De kaart wordt
geleverd met een serie voorbedrade bruggen om het werk van de installateur
te vergemakkelijken.
De bruggen hebben betrekking op de klemmen: 15-17,15-18, 24-27. Als
de hierboven aangegeven klemmen gebruikt worden, de desbetre ende
bruggen verwijderen.
CONTROLE
Het bedieningspaneel LIBRA-C-LX voert de controle uit van de bedrijfsrelais
en van de veiligheidsinrichtingen (fotocellen), alvorens iedere openings- en
sluitingscyclus uit te voeren.
In geval van storingen de normale werking van de aangesloten inrichtingen
controleren en de bekabelingen.
3) TECHNISCHE GEGEVENS
Voeding
Netwerkisolatie/laagspanning
Bedrijfstemperatuur
Thermische beveiliging
Diëlektrische sterkte
Stroom uitgang motor
Commutatietroom motorrelais
Max. vermogen motoren
Voeding accessoires
Verklikkerlichtsignaal hek open
Zwaailicht
Afmetingen
Zekeringen
(*andere spanningen op aanvraag beschikbaar)
Bruikbare versies zenders:
Alle zenders ROLLING CODE compatibel met
4) VOORBEREIDING LEIDINGEN Fig. A
5) AANSLUITING VAN 1 PAAR FOTOCELLEN ANDERS DAN "TRUSTED DEVICE"
Fig. D
6) AANSLUITINGEN AANSLUITKAST Fig. C
WAARSCHUWINGEN – Bij de bekabelings- en installatiewerkzaamheden de
geldende normen en hoe dan ook de principes van goed gebruik raadplegen.
De met andere spanningen gevoede geleiders moeten fysiek gescheiden zijn of
De geleiders moeten verbonden worden door een extra bevestiging in de buurt
van de klemmen, bijvoorbeeld door middel van strips.
Alle verbindingskabels moeten op passende wijze onderhouden worden, ver
van de energievernietiger.
OPGELET! Voor de aansluiting op het netwerk een meeraderige kabel
gebruiken met een minimumdoorsnede van 3x1,5mm2 en van het type
voorzien door de geldende normen.
Voor de aansluiting van de motoren een kabel gebruiken met een mini-
mumdoorsnede van 1,5mm2 en van het type voorzien door de geldende
normen. Als de kabel zich bijvoorbeeld extern bevindt (buiten), moet deze
minstens gelijk zijn aan H07RN-F terwijl de kabel minstens gelijk moet zijn
aan H05 VV-F, als deze zich intern (in de leiding) bevindt.
INSTALLATIEHANDLEIDING
230V~ ±10% 50Hz*
> 2MOhm 500V
-10 / +55°C
Software
netwerk/bt 3750V~ per 1 minuut
7,5A+7,5A max
10A
180W + 180W (24V )
24V~(180mA absorptie max.)
24V~safe (180mA absorptie max.)
Contact N.O. (24V~/1A max.)
24V~ 25W max.
zie Fig. B
zie Fig. C
KLEM
BESCHRIJVING
1-2
Eenfasige netvoeding 230V~ ±10% (1=L) (2=N)
3-4
Aansluiting motor 1:
3 motor +
4 motor -
5
Controle aanslag motor 1
6-7
Aansluiting motor 2:
6 motor +
7 motor -
8
Controle aanslag motor 2
9-10
Aansluiting zwaailicht (24V~ 25W max)
Uitgang 24V~ 180mA max. - voeding fotocellen of andere
11-12
inrichtingen
Uitgang 24V~ Vsafe 180mA max. - voeding zenders fotocellen
13-14
met controle (Fig. H)
Knop START (N.O.)
15-16
Knop STOP (N.C.). Indien niet gebruikt, de brug 15-17 niet
15-17
verwijderen.
Ingang FOTOCEL (N.C.). Indien niet gebruikt, de brug 15-18
15-18
niet verwijderen
Ingang FAULT (N.O.). Ingang voor fotocellen uitgerust met
15-19
contact N.O. voor controle (Fig. H)
Ingang VOETGANGERSKNOP (N.O.). De activering vindt plaats op
15-20
motor 2, als de openingscyclus begonnen is (niet voetgangers);
het voetgangerscommando heeft hetzelfde e ect als het
commando START
Uitgang verklikkerlichtsignaal hek open (Contact N.O. (24V~/1A
21-22
max.) of als alternatief 2e radiokanaal (Fig. C rif. 1).
Niet gebruikt
23
Enkele aanslag (COM FC)
24
Knop OPEN (N.O.). Als bij open hek het commando langer dan
25
60 sec. actief is, wordt het commando als timer beschouwd.
Knop CLOSE (N.O.)
26
Ingang rand (N.C.). Indien niet gebruikt, de brug 24-27 niet
27
verwijderen.
FAULT RAND (N.O.)
28
10) GEHEUGENOPSLAG AFSTANDSBEDIENING Fig. E
11) AFSTELLING AANSLAG Fig. F
N.B.: deze manoeuvres worden uitgevoerd als gebruik met aanwezige persoon
bij beperkte snelheid en zonder de activering van de veiligheden. Als de logica "1
mot. att. " is ingesteld, worden alleen de meldingen weergegeven met betrekking
tot motor 2 ("OPM2" en "CLM2").
12) AFSTELLING AUTOSET Fig. G
Hiermee kan de automatische instelling van het Motorkoppel worden uitge-
voerd.
OPGELET!! De autset-handeling mag alleen worden uitgevoerd na de precieze
beweging van de vleugel (opening/sluiting) en de juiste activering van de aans-
lagen gecontroleerd te hebben.
Het wordt aanbevolen een autoset uit te voeren iedere keer als de snelheid of
de ruimte van vertraging gewijzigd wordt.
OPGELET! Tijdens de autoset-fase is de functie obstakeldetectie niet actief, dus
moet de installateur de beweging van het automatiseringssysteem onder con-
trole houden en verhinderen dat personen en voorwerpen in (de buurt van) de
actieradius van het automatiseringssysteem komen.
Bij gebruik van bu erbatterijen moet de autoset worden uitgevoerd met bedie-
ningspaneel gevoed door netspanning.
OPGELET: de door autoset ingestelde koppelwaarden hebben betre-
kking op de vertragingssnelheid ingesteld tijdens de autoset. Als de
snelheid of de ruimte van vertraging gewijzigd wordt, dient er een nieuwe
autoset-manoeuvre te worden uitgevoerd.
OPGELET: controleren of de waarde van de slagkracht gemeten op de
punten voorzien door de norm EN12445 lager is dan hetgeen aange-
geven in de norm EN 12453.
Een verkeerde instelling van de gevoeligheid kan leiden tot schade
aan personen, dieren of voorwerpen.
13) INGANG FOTOCELLEN "TRUSTED DEVICE" Fig. H
LIBRA-C-LX - 39