Laad de batterij op
NOTITIE:De batterij is in de
fabriek niet volledig opgeladen.
Elke batterij moet volledig zijn
opgeladen voordat u de eerste
keer maait.
Laad beide batterijen altijd
tegelijkertijd volledig op. Zie
de laderhandleiding voor meer
informatie.
Batterij plaatsen / verwijderen
NOTITIE:
•Het apparaat werkt alleen
na het installeren van 2
batterijen. Gebruik altijd
twee batterijen van dezelfde
capaciteit en laad beide
batterijen volledig op.
•Als twee batterijen met
verschillende voedingen
worden gebruikt, werkt het
apparaat alleen met een
kleinere gemene deler.
OPERATIE
Indicator batterijniveau op de
machine
Zie details in het gedeelte
90
BATTERIJSTATUS
BELANGRIJK
Als er maar één lampje
brandt, kunt u de maaier toch
gebruiken om op te laden. Als
u de maaier gebruikt wanneer
de batterij leeg is, kan de
levensduur verkorten en de
prestaties verminderen.
Als er geen lampjes branden,
is ten minste één batterij
niet volledig geplaatst of is
de batterij mogelijk defect.
Controleer zorgvuldig of de
batterij volledig is geplaatst.
Starten & Stoppen
Snoerloze graasmaaier
Selecteren het INTELLIGENTE
DOORSLIJPSCHIJF
ECO-MODUS
Wanneer u snoeit in dagelijkse
omstandigheden, zet u het
Zie Fig. D2
slimme snijwiel in ECO-modus
om ongeveer 1 inch gras per
keer te verwijderen.
TURBO-MODUS
Wanneer u dik of begroeid gras
maait, zet u het intelligente
maaiknop op POWER.
Pas de maaihoogte aan
Indicator graszak vol
Lege staat: drijvende kleppen (a)
Zie Fig. E
olledige staat: vallen flappen (b)
Verwijder / leeg gras opvangzak
Controleer voor gebruik of de
veiligheidsdeur de afvoer sluit.
Gebruik de beschermkap nooit
wanneer u een maaier gebruikt
waarop geen strozak is geïnstalleerd.
Installeer de overlay-plug
Opslagruimte
Waarschuwing: Verwijder de
batterij en veiligheidssleutel
Zie Fig. F
altijd ondersteboven tijdens
opslag.
BATTERIJ STATUS (Zie Fig. F)
Druk vóórdat u start of na gebruik de knop in
naast het vermogensindicatielampje op de
machine om de accucapaciteit te controleren.
De accucapaciteit zal automatisch door
de accuvermogensindicator worden
aangegeven.
Zie Fig. G1,
De indicator controleert en toont de
G2
accutoestand als volgt.
Voor een machine met 2 accupacks
met verschillend vermogen toont het
vermogensindicatielampje de accutoestand
van de accu die het minste vermogen bevat.
WAARSCHUWING!
Zie Fig.
H1,H2
Zie Fig. I
Zie Fig. J1
Zie Fig. J2
Zie Fig. K
Zie Fig. L1,
L2
NL