Raadplegen van huidige werkingsinformatie
De eigenlijke werkingsinformatie die u kunt raadplegen in de lijst van
directe parameters omvat:
b01: Waterinlaattemperatuur verdamper,
b02: Wateruitlaattemperatuur verdamper,
b03: Als de modus koelen is ingeschakeld: temperatuur van
inlaatwater aan de condensor. Als de modus verwarmen
is ingeschakeld: temperatuur van inlaatwater aan de
verdamper.
c10: Totaal aantal bedrijfsuren van de compressor 1,
c11: Totaal aantal bedrijfsuren van de compressor 2,
c15: Totaal aantal bedrijfsuren van de pomp.
De parameters b01, b02 en b03 kunnen ook
LET OP
worden geraadpleegd door het "sensoruitlees-
menu". Raadpleeg "Raadplegen van parameters
sensoruitleesmenu" op pagina 8.
Om de timers van de parameters c10, c11 en
c15 terug te stellen, zie "Terugstellen van een
waarschuwing" op pagina 9.
Dit zijn directe parameters, zie "Directe parameters raadplegen en
wijzigen" op pagina 8.
Terugstellen van een alarm
Als een alarm wordt vastgesteld gebeurt het volgende:
het alarmrelais wordt geactiveerd,
het H-controlelampje wordt weergegeven
het scherm begint te knipperen en toont afwisselend de
alarmcode en de waterinlaattemperatuur.
De volgende alarmcodes kunnen op het scherm verschijnen:
a1: een vorstbeveiligingsalarm is in werking gesteld.
e1: de NTC-sonde die de waterinlaattemperatuur aan de
verdamper meet is defect.
e2: de NTC-sonde die de wateruitlaattemperatuur van de
verdamper meet is defect.
e3: de zekering voor de verwarmingstape van de verdamper
(F4) is gesprongen, er is een tegenfasestoring of een
probleem met de I/O-printkaart (A2P).
Als de unit over een vorstbeveiliging beschikt,
monteert u best het remote-indicatielampalarm (H3P)
(zie bedradingsschema bij de unit). Op deze manier
wordt de gesprongen zekering van de verwarmings-
tape van de verdamper (F4) sneller gedetecteerd en
voorkomt u dat het circuit bevriest als het koud is.
ehs: geeft aan dat de voedingsspanning extreem hoog is. In dit
geval dient u een erkend elektricien te raadplegen.
el1: geeft aan dat er een voedingsstoring is (voorbeeld: ruis).
In dit geval dient u een erkend elektricien te raadplegen.
el2: geeft aan dat er een voedingsstoring is (voorbeeld: ruis).
In dit geval dient u een erkend elektricien te raadplegen.
els: geeft aan dat de voedingsspanning extreem laag is. In dit
geval dient u een erkend elektricien te raadplegen.
epb: geeft aan dat de EEPROM op de printplaat van de
besturing binnenin de unit defect is.
epr: geeft aan dat de EEPROM op de printplaat van de
besturing binnenin de unit defect is.
fl: geeft aan dat er geen waterstroom was gedurende een
periode van 15 seconden nadat de pomp was opgestart
of gedurende 5 seconden terwijl de compressor werkte of
dat de overstroombeveiliging van de pomp is geactiveerd.
EWLQ014~064KBW1N
Watergekoelde ijswaterkoelgroepen zonder condensor
DEOMHP0110817EU
hp1: geeft aan dat een hogedrukschakelaar, de thermische
beveiliging van de uitlaat of de overstroombeveiliging van
de compressormotor is geactiveerd of dat de NTC-sonde,
die de omgevingstemperatuur meet, defect is.
fl + hp1: geeft aan dat er waarschijnlijk een RPP-storing is of dat
de F4-zekering is doorgebrand.
lp1: geeft aan dat de lagedrukschakelaar is geactiveerd.
ter: geeft aan dat er sprake is van een communicatiestoring in
de interface voor afstandsbediening.
: communicatiestoring tussen de digitale controller van de
unit en de interface voor afstandsbediening. Bevestig de
juiste selectie van de parametercode h23. Deze moet
standaardinstelling 0 zijn. Bevestig bovendien de juiste
installatie volgens de installatiehandleiding van de
interface voor afstandsbediening EKRUMCA.
Als de alarmcodes fl en h1 afwisselend knipperen is
LET OP
het alarm hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door de
fasebeveiliging of door een gesprongen zekering van
de verwarmingstape van de verdamper (F4).
Ga als volgt te werk om een alarm terug te stellen:
1
Zoek de oorzaak van de uitval en verhelp het.
Raadpleeg het hoofdstuk "Storingsopsporing" op pagina 15.
Als de alarmcodes a1, fl, hp1 of lp1 op het scherm
2
verschijnen, dient u het alarm manueel terug te stellen door
gedurende ongeveer 5 seconden gelijktijdig op de E-
combinatietoetsen C en D te drukken.
In
alle
andere
gevallen
teruggesteld.
De storingscode en het H-controlelampje verdwijnen van het
scherm zodra u het alarm hebt teruggesteld. De besturing zet
de normale werking voort en toont de waterinlaattemperatuur.
Terugstellen van een waarschuwing
Bij normale werking kan het scherm van de besturing beginnen
knipperen, waarbij afwisselend de waterinlaattemperatuur en de
volgende waarschuwingscode verschijnen:
hc1: geeft aan dat compressor 1 aan onderhoud toe is: het
totaal aantal werkingsuren van compressor 1 (directe
parameter c10) heeft de ingestelde drempelwaarde van
de timer voor onderhoudswaarschuwing overschreden
(gebruikersparameter c14).
hc2: geeft aan dat compressor 2 aan onderhoud toe is: het
totaal aantal werkingsuren van compressor 2 (directe
parameter c11) heeft de ingestelde drempelwaarde van
de timer voor onderhoudswaarschuwing overschreden
(gebruikersparameter c14).
Ga als volgt te werk om de onderhoudswaarschuwing hc1 of hc2
terug te stellen:
raadpleeg c10 bedrijfsuren van compressor 1 of c11
1
bedrijfsuren van compressor 2.
Dit zijn directe parameters, zie "Directe parameters raadplegen
en wijzigen" op pagina 8.
Druk 5 seconden land gelijktijdig op de C- en D-toets als
2
de c10- of c11-parameterwaarde wordt weergegeven. De
waarde van de timer wordt 0 en de waarschuwing wordt
teruggesteld.
LET OP
Vergeet niet de vereiste onderhoudsactiviteiten uit te
voeren na het terugstellen van de timers.
U kunt niet alleen timers c10 en c11 terugstellen,
maar op dezelfde wijze ook timer c15 (bedrijfsuren
van pomp).
wordt
het
alarm
automatisch
Gebruiksaanwijzing
9