Sunasanit 3023VI
2.12. Regeling van de elektroden
Kontroleer de centrering van de sproeier. Vermijd de
uitmonding van het sproeistuk met de vingers aan te
raken (fig. 22).
2.13. Regeling van de luchtklep
De luchtklep is op 1 in de fabriek geregeld voor een
CO2 gehalte tussen 12 en 12,5, brander warm ;
stockage van de brandolie op 0°C. De regeling opnieuw
uitvoeren indien nodig.
2.14. Inschakelen van de pomp
Twee buizen : Voor de ontsteking van de brander,
kontroleren of de retourbuis naar de tank niet verstopt
is, anders zou het dichtingssysteem op de pompas
kunnen springen.
Kontroleren dat er mazout in de aanzuigleiding
aanwezig is ; de pomp nooit droog laten draaien.
Monobuis : De stop (6, fig. 23) voor de onderdrukmeter
losdraaien en wachten tot er mazout uitkomt. De
brander doen draaien, de fotocel verlichten en de lucht
aftappen langs de drukopnemingsopening van de
manometer.
2.15. Onderhoudsinstrukties
Voor iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
uitgeschakeld en de brandstofleiding afgesloten te
worden.
2.15.1. Reiniging van de warmtewisselaar
De stookketel moet regelmatig gereinigd worden ten
einde goed rendement te kunnen behouden. In funktie
v.d. gebruiksomstandigheden gebeurt deze operatie
één of twee maal per jaar.
-
De electrische voeding van het toestel uitschakelen
-
Het deksel van de ketel afnemen , de brander en de
reinigingsplaat.
-
De turbulatoren uitnemen en ze schoonmaken.
-
De warmtewisselaar reinigen met een borstel Ø 50
mm of een krabber.
-
De reinigingsresidus verwijderen.
Na reiniging zorgvuldig de verschillende toebehoren
opnieuw monteren en de dichting kontroleren van de
reinigingsplaat.
12
Stookketel, stookolie, concentrische muurdoorvoerleidingen
Document n° 978-3 NL ~ 26/05/2000
Figuur 21 - Besturingsprogramma LOA 24
A - Starten van brander zonder verwarmer
B - Verschijning van de vlam
C - Werkingspositie
t1 - Voorventilatiestijd
t3 - Voorontstekingstijd
t2 - Veiligheidstijd
t3n - Naontstekingstijd, verdwijnensstijd van
de vlam : 1 sec
Figuur 22 - Regeling van de elektroden
1 - Uitgang naar
sproeierlijn
2 - Drukopneming
voor manometer
3 - Drukregeling
4 - Retour
5 - Aanzuiging
6 - Drukopneming
voor onderdrukmeter
Figuur 24 - Toegang naar rookkanalen
972 23 02 Z
Figuur 23 -
Inschakelen van de
pomp
Gebruiksaanwijzing