Bediening
Grillzones
De draaischakelaar dient voor het in- en
uitschakelen
en
temperatuur en betreffende grillzone. Na het
opwarmen, wordt de grillzone in de interval-
modus volgens de gekozen temperatuurstand
in- en uitgeschakeld.
Inschakelen
► Druk de knop van de draaischakelaar van de grillzone in (kinderbeveiliging) en
zet de schakelaar op de gewenste temperatuurstand.
1 = laagste temperatuurstand (ca. 100° C oppervlaktetemperatuur)
9 = hoogste temperaturstand (ca. 250° C oppervlaktetemperatuur)
─ Het bijbehorende Bedrijfscontrolelampje brandt.
Zo kunt u instellen
Gerecht
Warmhouden
Stoven van vruchten, bijv. appelpartjes, perzikhelften,
stukjes banaan, enz.
Licht aanbakken van gesneden groenten, bijv. paddenstoelen, groene
of rode paprika, uien, enz.
spiegeleieren, kalfsvlees, gevogelte
Aanbraden van gepaneerde vis,
pannenkoeken, braadworsten, varkensvlees, lamsvlees
Snel aanbraden van rundvlees, vis, gehaktballen, enz.
Aanbakken van aardappelpannenkoeken, garnalen, maïskolven
De vermelde standen zijn slechts richtlijnen. De daadwerkelijke standen hangen
af van de soort, kwaliteit en dikte van het te grillen gerecht en van uw persoonlijke
smaak.
Acrylamide Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat het te bruin
laten
worden
producten, door de aanwezigheid van acrylamide een gevaar voor de
gezondheid oplevert. Daarom raden wij aan te grillen bij lagere
temperaturen en de gerechten niet te bruin te laten worden.
het
regelen
van
levensmiddelen,
van
de
speciaal
Stand
bij
zetmeelhoudende
1-2
3-4
4-6
5-7
6-8
8-9
19