Gebruiksomstandigheden
Dit apparaat is een UPS
l
(ononderbroken energievoorziening)
die uitsluitend ontworpen is om
een computer en de bijbehorende
randapparatuur, of tv-, hifi- en
videoapparatuur van stroom te
voorzien. Hij is dus niet bestemd voor
de energievoorziening van andere
elektrische apparaten (verlichting,
verwarming, huishoudelijke
apparaten...).
De UPS kan horizontaal, verticaal
l
of in een 2U rack (optionele set)
geplaatst worden.
Aansluiten van de UPS
1
Sluit de UPS
via een geaarde
l
wandcontactdoos op de netspanning
aan: met behulp van het bijgeleverde
snoer bij een UPS met FR/DIN
aansluitingen, of met het netsnoer
van uw computer bij een UPS met IEC
aansluitingen (zie figuur A).
Sluit de aansluitingen van kritische
l
apparatuur (computer, monitor,
modem...) aan op de battery backup-
en surge protected aansluitingen
9
(zie figuur B); daarbij mag de
aangegeven stroom in Ampères
echter niet overschreden worden.
De overige apparatuur (printer,
l
scanner, fax...) kan op de gefilterde
surge protected aansluitingen
aangesloten worden (zie figuur B);
de gefilterde aansluitingen hebben
bij een stroomuitval geen battery
backup.
Facultatieve Internet modem /
l
netwerk: de modem- of
ethernetverbinding kan tegen
overspanning worden beveiligd
door hem aan te sluiten via de UPS.
Dit bereikt u door enerzijds de
wandcontactdoos via het snoer van
het te beveiligen apparaat op de UPS
UPS aan te sluiten, en anderzijds door
de UPS op dit apparaat aan te sluiten
met behulp van een kabel met dezelfde
specificaties, zoals aangegeven in
figuur C (snoer niet bijgeleverd).
Optionele USB-port beveiliging: het
l
UPS-apparaat kan op de computer
worden aangesloten via
de meegeleverde USB-kabel
De software is beschikbaar op de
5
CD-ROM
of downloadbaar van
powerquality.eaton.com (zie figuur
D en F).
Registreer voor de garantiekaart op
powerquality.eaton.com.
Werkingsmode van de
Master en EcoControl
aansluitingen
Om het energieverbruik van de
randapparatuur (scanner, printer)
in pauze mode zo laag mogelijk te
Ellipse Eco
houden, is het
EcoControl
van
aansluitingen die
ondergeschikt zijn aan de
aansluiting (zie Figuur B). Bij
16
uitschakelen van de hoofdapplicatie
die door de
energie wordt voorzien (de computer),
worden de
automatisch uitgeschakeld en schakelt
de randapparatuur uit.
Deze functie (default: uitgeschakeld)
wordt ingeschakeld en
geparametreerd via de configuratie
tool die in de software.
N.B.: Als de functie geactiveerd is
mag er geen kritische apparatuur
op de EcoControl aansluitingen
aangesloten worden.
Inschakeldrempels
parametreren
De default parametrering garandeert
de goede werking van de
functie.
Afhankelijk van het verbruiksniveau
van de hoofdapparatuur kan
het echter noodzakelijk zijn om
de inschakeldrempel van de
EcoControl
configuratiesoftware die bij de UPS
geleverd wordt:
Controleer eerst of de functie
l
geactiveerd is in het "
function
tool.
Als de randapparatuur die op
l
EcoControl
de
aangesloten is niet uitschakelt als
8
de hoofdapparatuur niet in normale
werkingsmode staat (bv.: bij activeren
van de pauze mode), moet de
inschakeldrempel op
worden.
Als het nominale verbruiksniveau
l
van de hoofdapparatuur
gering is en de
aansluitingen uitschakelen terwijl
de hoofdapparatuur in normale
werkingsmode staat, moet de
inschakeldrempel op
worden.
Gebruiksaanwijzing
8
: Gefilterde aansluitingen.
9
: Battery backup-aansluitingen.
10
: LED On geeft aan dat "bescherming
tegen piekstroomstoten" actief is.
11
: LED "fout UPS".
13
: Aan/uit-knop van de battery
5
.
backup-aansluitingen.
13
: Beveiligingsschakelaar.
voorzien
Master
Master
aansluiting van
EcoControl
aansluitingen
EcoControl
functie te wijzigen via de
EcoControl
" menu van de configuratie
aansluitingen
High
gezet
EcoControl
Low
ingesteld
Ellipse 500 / 650 / 800
12
10
11
Opladen batterij: de batterij wordt
l
opgeladen zodra de UPS op de
netspanning wordt aangesloten, en
dit ongeacht de stand van de knop
12
. Bij het eerste gebruik levert de
batterij pas de nominale autonomie
na 8 uur opladen. Voor een optimale
autonomie wordt aangeraden om
de UPS continu op de netspanning
aangesloten te laten.
Inschakelen van de UPS: druk 1
l
12
seconde op de knop
.
Gefilterde aansluitingen zonder
l
8
battery backup
: de apparaten
die op deze aansluitingen zijn
aangesloten krijgen stroom
4
zodra de ingangskabel
wandcontactdoos wordt aangesloten.
Deze aansluitingen worden niet met
12
de knop
in- en uitgeschakeld.
Battery backup-aansluitingen
l
apparaten die op deze aansluitingen
aangesloten zijn krijgen stroom zodra
12
de knop
groen verlicht is (zie
figuur E). Deze aansluitingen kunnen
ook worden ingeschakeld als de UPS
niet op de netspanning aangesloten is
12
(knop
knippert).
Stroomstoring: als de netspanning
l
slecht of afwezig is, werkt de UPS
verder op batterij: de knop
knippert groen. In normale mode laat
het geluidsalarm om de 10 seconden
een signaal horen, en vervolgens om
de 3 seconden als het einde van de
batterijautonomie bijna bereikt is. In
stille mode (zie § instellingen), laat het
geluidsalarm een korte pieptoon horen
bij het overschakelen op batterij.
Als de stroomuitval langer duurt
l
dan de batterijautonomie, schakelt
de UPS uit en start het systeem
automatisch weer na terugkeer van de
netspanning. Na volledige ontlading
duurt het een paar uur voordat de
autonomie weer volledig hersteld is.
Om energie te besparen kan de
l
12
knop
worden gebruikt om de
energievoorziening naar de apparaten
die op de battery backup-aansluitingen
zijn aangesloten uit te schakelen.
Bliksemafleider: alle aansluitingen,
l
met of zonder battery backup,
zijn tegen overspanning beveiligd
ongeacht de stand van de knop
Uitschakelen van de battery backup-
l
9
aansluitingen
: druk langer dan 2
12
seconden op de knop
.
Ellipse 1200 / 1600
9
8
13
op de
9
: de
12
12
.
8
9
13
614-06803-00