5. BEDIENING
5.1. HET SCHERM IN- EN UITSCHAKELEN
Het scherm inschakelen
1. Sluit het e-Screen op een wisselstroomstopcontact aan.
2. Controleer dat de aan/uit-schakelaar op „I" staat.
3. Druk op de aan/uit-toets op het bedienpaneel, of gebruik de aan/uit-toets op de afstandbediening
Het e-Screen uitschakelen
Wanneer het scherm is ingeschakeld, drukt u eenmaal op de aan/uit-toets op het bedieningspaneel of op
de afstandsbediening. Het scherm geeft nu een waarschuwingsmelding. Als u de voeding helemaal wilt
uitschakelen, zet u de voedingschakelaar in de stand „O" of haalt u de stekker uit het stopcontact.
Opmerking:
Als er een tijd lang geen signaal wordt ontvangen, schakelt het e-Screen automatisch over naar de
stroombesparende stand (slaapstand).
5.2. HET VOLUME EN DE INGANGSBRON AANPASSEN
Het volume aanpassen
1. Druk op de afstandsbediening of het bedieningspaneel op VOLUME- of VOLUME+ om het volume lager of
hoger in te stellen.
Een bron selecteren
1. Druk op de SOURCE knop op het bedieningspaneel of op de afstandsbediening. In beeld verschijnen nu de
beschikbare bronnen.
2. Selecteer een bron door op het scherm het overeenkomstige symbool aan te raken. Alternatief kunt u met de
navigatieknoppen op de afstandbediening < > de bron te selecteren en de OK knop gebruiken om de bron te
kiezen.
3. Als het e-Screen geen signaal kan vinden, wordt de melding ‚Geen signaal' weergegeven.
5.3. EEN LABEL AAN EEN INGANGBRON TOEVOEGEN
U kunt ingangen een label geven om aan te geven wat voor apparatuur, apparaat of aansluiting daaraan
gekoppeld is. Raadpleeg ‚Bron hernoemen' onder ‚OSD-instellingen in hoofdstuk 6.
BEDIENING
ETX-SERIES – GEBRUIKERSHANDLEIDING – NEDERLANDS
94