Anleitung DWS 90
13.11.2001 7:30 Uhr
NL
5. Veiligheidsvoorschriften
Bescherm U en Uw omgeving door gepaste
voorzorgsmaatregelen tegen ongevallenrisico's.
Universele slijper niet voor andere doeleinden
gebruiken.
Voorzichtig bij brandbare materialen, er kunnen
vonken wegspringen.
Persluchtgereedschappen buiten bereik van
kinderen houden.
Slechts uitgerust en geconcentreerd te werk gaan.
Persluchtaansluiting alleen met behulp van een
snelkoppeling uitvoeren.
Werkdrukinstelling moet door een drukregelaar
gebeuren.
Als energiebron geen zuurstof of brandbare
gassen gebruiken.
Vóór het verhelpen van storingen en onderhouds-
werkzaamheden het gereedschap van de
persluchtbron scheiden.
Alleen originele wisselstukken gebruiken.
Nooit bij volle nullasttoerental onbelast vrij lang
laten draaien.
Draag bij het werken met de haakse slijper de
vereiste veiligheidskledij, zeker een veiligheidsbril
en veiligheidshandschoenen.
Let tijdens het slijpen op wegspringende vonken.
De wegvliegende gloeiende deeltjes kunnen in
zachte en harde materialen inbranden (glas,
vloerbedekking etc.- of licht brandbare materialen
en vloeistoffen (hooi, zaagsel, vernissen etc.)
doen ontbranden.
Slijplichamen
Er mogen slechts organisch gebonden
slijplichamen en organisch of anorganisch
gebonden slijpstiften en kleine slijplichamen
worden gebruikt.
Slijplichamen mogen nooit gebruikt worden met
een toerental die hoger is dan het toerental in
t/min opgegeven door de fabrikant van het
slijplichaam.
Een nieuw slijplichaam en elk opnieuw
gemonteerd slijplichaam moeten in nullast voor
een halve minuut op de machine draaien waarop
zij in werking worden gesteld. Bedienings- en
ander personeel moeten tijdens het proefdraaien
buiten de gevarenzone blijven.
Slijplichamen mogen niet tot stilstand worden
gebracht door hun omvang of voorkant tegen een
voorwerp te drukken.
12
Seite 12
De spanmoer mag slechts zo hard worden
aangehaald dat het slijplichaam wordt vastge-
houden.
Het bedieningspersoneel moet grondig in het
veilig gebruik van de slijper worden onderwezen.
Vergewis U zich ervan dat de aansluitingen van
de persluchtslang en de slangverbindingen dicht
zijn en dat de luchtdruk overeenkomt met de
gegevens vermeld in de gebruiksaanwijzing.
Controleer de slijpstiften altijd vóór ingebruik-
neming en daarna dagelijks op beschadigingen.
Slijpstiften en ander slijpmateriaal voorzichtig
hanteren. Niet laten vallen. Stoten vermijden.
Persluchtmotor en lager van de slijper moeten
altijd behoorlijk worden gesmeerd, bij voorkeur
door een olieverstuiver in de persluchtleiding.
Regelmatige revisie, minstens om de 3 maanden
(al naargelang het gebruik), door een vakman
garandeert een storingsvrije functie en bijgevolg
een vol prestatievermogen.
Let erop dat bij het inspannen van een slijpstift
tussen de achterkant van het slijplichaam en de
spanmoer van de machine minstens een afstand
van 1 cm moet blijven.
6. Ingebruikneming
Schroef de bijgeleverde steeknippel in de
luchtaansluiting nadat U voordien 2 tot 3 lagen
afdichtband rond de schroefdraad hebt gewikkeld.
Montage van de verschillende gereedschapskits
Bandschuurmachine
Vóór de montage van de bandschuurmachinekit
moeten de boorkop of de stiftslijperopname van het
pneumatisch gereedschap worden verwijderd.
Dan de leirol voor de bandschuurmachine op het
pneumatisch gereedschap schroeven en met behulp
van de bijgeleverde sleutels goed vastdraaien.
Bandschuurmachinekit installeren en met de
bijgesloten inbussleutel goed vastdraaien.
Schuurband met de pijl in draairichting wijzend
installeren.
Bandschuurmachine