GEBRUIK VAN HET ADEMLUCHTTOESTEL
(3) Knoop de heupriemen met de schuifringen J zo in de gleuven E dat de
gleuven H omhoog wijzen.
(4) Trek de "korte" draagriemen door de riemlussen (zie Fig. 1) van de
heupriem.
▪
De metalen schuifring en de Z-naad houden de riem bij elkaar.
(5) Duw de manometerleiding en de middendrukleiding door de riem L en zet ze
vast met de slanghouder op de schouderriem.
3.3.2. Draagmethode op de rug met schuine cilinder
Het ademluchttoestel wordt geleverd af fabriek zoals te zien in Fig. 1. De
draagmethode is die in hoofdstuk 3.2.3 en 3.2.4. De draagriemen "lang" en "kort"
zijn niet vereist en worden schouderriem genoemd.
3.3.3. Draagmethode op de heup voor/achter
De draagmethode is die in hoofdstuk 3.2.5 en 3.2.2.
(1) Knoop de heupriemen met de schuifringen J zo in de gleuven E dat de
gleuven H naar boven wijzen.
(2) Knoop een schouderriem in de gleuven G1 en G2.
(3) Manometerleiding en middendrukleiding moeten vastezet worden, indien
nodig, met riem L op de schuifring K.
3.3.4. Draagmethode op de heup, zijkant
De draagmethode is die in hoofdstuk 3.2.6.
(1) Monteer de heupriem met de schuifringen J en K zoals beschreven in
hoofdstuk 3.3.1.
3.3.5. Draagmethode op de schouder
De draagmethode is die in hoofdstuk 3.2.6.
(1) Knoop één schouderriem in de gleuven G1 en G2.
138
(1) Knoop de heupriemen met de schuifringen J zo in de
gleuven F dat de gleuven H omlaag wijzen.
(2) Duw de riem L door G4 en zet vast met schuifring K
(zie afbeelding).
BD mini
MSA
NL