Startsignaal ontvangst
Als de stroomvoorziening van het basisstation wordt in-
geschakeld, lichten alle weergaven op het scherm even
op. Bovendien licht het scherm kort op en klinkt er een
pieptoon.
Het apparaat schakelt dan om naar de ontvangst-
modus, waarbij het aantal radiogolven de kwaliteit
van de ontvangst aangeeft: Hoe meer radiogolven
er op het scherm worden weergegeven, hoe beter
de ontvangst is.
Tijdens de ontvangst werkt alleen de
dere toetsen worden gedurende deze periode gedeac-
tiveerd.
Zodra het signaal met voldoende sterkte is ontvangen,
worden de overeenkomstige gegevens en het symbool
met de radiotoren op het scherm weergegeven. Deze pro-
cedure kan enkele minuten duren. Vanaf nu schakelt het
weerstation iedere nacht meerder keren automatisch naar
de ontvangstmodus. Tijdens deze procedure wordt de
weergegeven tijd vergeleken met de van de signaalzender
ontvangen tijd en indien nodig gecorrigeerd. Als er geen
voldoende sterk signaal wordt ontvangen, breekt het
basisstation na enkele minuten de ontvangstprocedure af
en gaat het symbool met de radiotoren uit. De ontvangst-
procedure wordt op een later moment weer gestart.
In dit geval loopt de tijd gewoon door (hij begint met
een starttijd van '00:00').
Controleer eerst of de plaats van het basisstation
geschikt is; zie: 'Het kiezen van de plaats' .
188
Weerstation met draadloze buitensensor WS 1601
toets; alle an-