Bediening
Metingen met de carrousel
Opgeslagen programma's
1.
Kies Opgeslagen Programma's in het hoofdmenu.
2.
Selecteer de gewenste test en druk op Start.
3.
Druk op Opties > Meer > Modus Meting.
4.
Selecteer Carrousel 1 inch vierkant.
5.
Selecteer in de werkbalk het pictogram voor de carrousel. Dit
pictogram opent een venster met carrouselopties; zie
Tabel 1 Carrouselopties "Opgeslagen programma's"
Opties
Aantal monsters
Tabel
1.
Monster-ID
Kuvetvolgorde-
informatie
Verdunningsfactor
6.
Breng volgens de kuvetvolgorde-informatie in de eerste carrousel
de nuloplossing en monsters aan. De nuloplossing wordt in
positie 1 aangebracht.
Beschrijving
Aantal monsters zonder nuloplossing (of
blancowaarde), maximaal 40 monsters mogelijk.
Uit: aan de monsters wordt geen monster-ID
toegewezen
Monster-ID invoeren: het monster wordt geselecteerd
en er wordt een monster ingevoerd onder Bewerken.
De monster-ID's worden niet opgeslagen in de
algemene lijst met monster-ID's. Zij hebben uitsluitend
betrekking op de huidige serie metingen.
Monster-ID selecteren: het monster wordt
geselecteerd en de algemene lijst met monster-ID's
wordt geopend onder Selecteren. Aan elk monster
wordt de gewenste monster-ID toegewezen.
Externe lijst met monster-ID's importeren: *.txt- en
*.csv-bestanden kunnen worden geïmporteerd via een
USB-stick of netwerk; zie
paragraaf Een extern
monster-ID
importeren.
Kuvetvolgorde-indicator: toont de positie in de carrousel
waarin elk monster moet worden geplaatst. Z1 is de
nuloplossing (blancowaarde). Hier worden vastgelegde
monster-ID's weergegeven waardoor monsters
eenvoudiger kunnen worden toegewezen.
Aan elk monster kan een verdunningsfactor worden
toegewezen.
Nederlands 99