12
Voor installatie
1. Verzeker u ervan dat u voldoende watertoevoer, druk en
debiet heeft. Verbind het leidingstelsel met de
waterbron.
2. Installeer de nodige hoofdkleppen, drukregelaars, filters en
terugslagkleppen. Raadpleeg voor informatie aangaande
Draai de hulpstukken aan de klep
4. Wikkel om een waterdichte afdichting te verkrijgen 1
4
tot 2 maal Teflon tape om de buitendraad op de twee
draadeinden (bu.dr. x inw. Lijm) (A) of om de buitendraad
van de klep (B; MM and MB modellen)
5. Draai de draadeinden handvast in de klep.
5
6. Draai de draadeinden voorzichtig nog een tot twee maal
6
Verbind de klep aan het leidingstelsel
7. Doe voorzichtig een kleine hoeveelheid lijm op de bin-
7
nenkant van het draadeinde (A, draad x inw. Lijm) of de
klepinlaat (B, inw. lijm). Doe een kleine hoeveelheid lijm op
de buitenkant van de watertoevoerbuis. Verbind de klep dan
met de buis. De magneetspoel van de klep MOET zich aan de
stroomsafwaartse kant bevinden.(C).
VOORZICHTIG: Gebruik slechts een kleine hoeveelheid lijm.
Teveel lijm kan de klep van binnen beschadigen.
8. Lijm de buis aan het draadeinde (A) of uitgang van de klep
8
Aansluiten van de bedrading
10. Kies een draaddikte die aan de elektrische specificaties
voldoet. Meerdradige kabel, bestemd voor ondergrondse
installatie, is aanbevolen. Raadpleeg locale
bouwvoorschriften voor extra vereisten.
11. Gebruik een waterdichte verbinder om een draad van iedere
11
klep te verbinden met de gemeenschappelijke aarde. (A).
Het maakt niet uit welke draad hiervoor gebruikt wordt. Alle
kleppen op dezelfde automaat kunnen dezelfde aardeleiding
gebruiken.
Met de hand bedienen van de klep
13. Om de interne aftapleiding te openen, draait u de
13
elektromagnetische klep (A)
1
⁄
tot
1
⁄
slag linksom. Verzeker
4
2
u ervan dat u de magneetspoel weer volledig vastdraait.
Draai de magneetspoel niet te vast en gebruik hiervoor geen
gereedschap. Controleer als de klep lekt of niet goed afdicht
op de aanwezigheid van gruis of zoek naar een andere oorzaak.
Gebruik altijd de hendel van de magneetspoel, welke
ontworpen is om de klep volledig af te sluiten en deze te
weerhouden van lekkage.
NL
ontwerp, de Rain Bird lrrigation Design Guide. Raadpleeg
locale bouwvoorschriften voor extra vereisten.
3. Spoel het systeem grondig door totdat het water helder uit
3
de leiding komt.
⁄
rond, voorbij handvast.
1
2
Draai de draadeinden voorzichtig nog een tot twee slagen
vast, strakker dan handvast.
VOORZICHTIG: Draai de draadeinden niet te vast. De klep
kan beschadigd worden of de waterpassages kunnen
geblokkeerd worden.
(B, lijmverbinding), als beschreven in stap 7.
9. Om een MB model klep te verbinden met een Iow-density
9
polyethyleen slang, moet eerst de slang recht afgesneden en
schoongemaakt worden. Schuif een of twee klemmen over
de slang.
Indien nodig kunt u de slang voorzichtig verwarmen voor
een eenvoudigere bevestiging. Schuif de slang volledig over
de slangtule (A). Maak dan de klemmen (B) goed vast om
een waterdichte afdichting te verkrijgen.
Gebruik een waterdichte verbinder om de tweede draad
van iedere klep te verbinden met een stroomdraad (B). Elke
stroomdraad moet apart naar de automaat gevoerd worden.
12. Verbind de gedeelde gemeenschappelijke draad (A) aan
12
de "common" aardeklem in de automaat. Verbind een
stroomdraad van iedere klep (B) met een stationsklem in de
automaat.
Om het debiet te reduceren (alleen HVF-modellen), dient de
debietcontrolehendel (B) met de klok mee gedraaid te worden.
Doe dit met uw vingers of met een schroevendraaier. Om
het debiet te vermeerderen moet de hendel tegen de klok in
gedraaid worden.
Draai, om de klep via de externe waterpassage te openen, de
schroef (C) tweemaal rond tegen de klok in. Gebruik de externe
opening om de klep door te spoelen wanneer u het systeem voor
het eerst opstart. Draai de schroef tegen de klok in om de klep te
sluiten.
Reikwijdte van werking
100-HV, 100-HVF, 100-HVMM
Debiet
2
Druk
DV/DVF bu.dr x bu.dr. (MM) en bu.dr. x slangtule (MB) worden niet aanbevolen voor een debiet groter dan 30 GPM (6,8 m
1
Installeer voor een debiet onder 3 GPM (0,75 m
/u of 0,21 I/s) of Landscape Drip-toepassingen, een RBY-100-200MX filter stroomopwaarts.
2
3
Opsporen van problemen
Symptoom
Oplossing
Klep sluit niet
Draai de magneetspoel volledig vast (1⁄ 4 slag meer dan handvast). Gebruik de hendel van de
volledig af.
magneetspoel, welke speciaal ontworpen is om de klep volledig af te sluiten en deze te weerhouden van
lekkage. Draai ook de schroef om de klep extern te openen en de dekselschroeven goed vast.
Sproeiers lekken.
Gebruik de externe openingsschroef om de klep door te spoelen. Als het probleem niet minder wordt, sluit
dan de watertoevoer af. Schroef de dekselschroeven los en verwijder de deksel. Verwijder het membraan
en maak dit in helder water schoon. Breng het membraan en de deksel weer terug op hun plaats. Vervang
indien nodig het membraan door kit nummer 231900.
Sluit de watertoevoer af. Verwijder de magneetspoel. Verwijder vuil of gruis van de magneetspoel.
Vervang de magneetspoel. Open de watertoevoer. Controleer op lekkage.
Klep gaat niet open.
Verzeker u ervan dat watertoevoer, stroomtoevoer naar de automaat en debietregeling geopend zijn.
Sluit de watertoevoer af. Schroef de dekselschroeven los en verwijder de deksel. Inspecteer de behuizing van
de klep op vuil. Als het membraan geen filter bevat, vervang dan het membraan door kit nummer 231900.
Sluit de watertoevoer af. Verwijder de magneetspoel. Stop een dunne, stugge draad in het gat in het
midden van de magneetspoel en duw de draad in de klepopening. Zorg ervoor dat de bovenrand van
het gat in het midden van de magneetspoel niet wordt beschadigd. Verwijder de draad. Vervang de
magneetspoel.
Sluit de watertoevoer af. Verwijder de magneetspoel en vervang deze door een spoel waarvan u zeker
bent dat deze werkt. Vervang de originele magneetspoel als de klep nog steeds niet opengaat.
Draai de klep open met de externe openingsschroef om eventuele lucht boven het membraan te laten
ontsnappen. Draai de klep met de externe openingsschroef dicht.
Klep klapt aan/uit
Kijk de waterdruk van het systeem na. Als de druk groter is dan 80 psi (5,5 Bars), installeer dan een
(waterstoot).
drukregelaar in de leiding voor de klep om de druk te verminderen.
Draai bij modellen met debietregeling de klep met behulp van de magneetspoel open. Draai de hendel
voor de debietregeling naar beneden totdat er een vermindering van systeemprestatie merkbaar is.
Verlaag het debiet alleen zolang tot de systeemprestatie is hersteld.
LET OP: Bij het winterklaar maken moet al het water in het systeem afgevoerd worden om de HV kleppen tegen bevriezing te beschermen.
Het niet goed watervrij maken van de leidingen kan de kleppen beschadigen. Zorg ervoor dat u aan alle plaatselijke voorschriften voldoet.
13
,100-HVMB
, 100-HV-SS, 100-HVF-SS
1
1
0,2 - 30 GPM
(0,05 - 6,81 m
/u of
3
0,01 - 1,90 I/s)
15 - 150 psi
(1 - 10 bar)
/u of 1,9 I/s).
3
NL