Ingebruikname
1.
Vullen van de boiler.
•
Open de warmwaterkraan of –kranen.
•
Open de koud waterkraan van de veiligheidgroep (controleer of de aftapklep van de groep in
gesloten positie staat)
•
Zodra het water naar de warmwaterkranen is gestroomd, deze sluiten; nu is uw boiler gevuld
met water.
•
Controleer de waterdichtheid van de aansluiting naar het buizenstelsel.
•
Controleer of de hydraulische onderdelen goed functioneren door meerdere keren de
aftapklep van de veiligheidgroep te openen, zodat eventuele aanslag in de afvoerklep
verwijderd wordt.
2.
Controleren van de goede werking.
•
De boiler aanzetten. Erop letten dat er op het scherm geen fout aangegeven wordt; wanneer
dit het geval is, kijk dan in het hoofdstuk systeemdiagnose. De ingestelde temperatuur wordt
nu afgebeeld. Na 3 minuten starten de compressor & de ventilator.
•
De indicator "FAN" selecteren en deze instellen volgens de instructies in de paragraaf
Instellen van de regeling.
•
De temperatuur van de luchtafvoer is, nadat de compressor ongeveer 10 minuten
gefunctioneerd heeft, minimaal 3 tot 4° C kouder dan de aangezogen lucht. Het water
stroomt druppel voor druppel door de aftap-opening van de veiligheidgroep (deze opening
moet aangesloten worden zoals beschreven staat in de paragraaf Hydraulische aansluiting,
pagina 66). Dit is een normaal verschijnsel, het komt door het uitzetten van het water bij
verwarming.
•
Controleer opnieuw de waterdichtheid van de aansluitingen.
•
Indien de controle positief is, is uw apparaat klaar. Het functioneert nu volgens de
instellingen die in de fabriek gedaan zijn, in de AUTO stand waarbij geen rekening is
gehouden met daluren.
•
Ga naar het onderdeel Instellen van deze handleiding om de werking van uw apparaat te
optimaliseren.
Tijdens het opwarmen met de extra elektriciteit en afhankelijk van de kwaliteit van het water,
kan de boiler een geluid produceren dat lijkt op het geluid van een waterkoker. Dit geluid is
normaal en duidt niet op een defect van het apparaat.
70
OPMERKING