Kenmerken; Ontvangst Van De Mz; Verpakking; Opslagstorage - ITRON MZ 002-099-4115 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 27
Houdt dit installatie-voorschrift toegankeli-
jk voor alle gebruikers.
Respecteer alle nationale regels tav installatie,
bediening en service van de gasmeters.

1 Kenmerken

Turbinegasmeters zijn stromingsmeters.
De gasstroom drijft het turbinewiel aan en
de rotatiesnelheid van het turbinewiel is
proportioneel met de lineaire snelheid van
het gas. Deze omwentelingen worden me-
chanisch doorgegeven aan het telwerk
door een magnetische koppeling.
Voor gedetaileerde informatie zie : Annex 1.

2 Ontvangst van de MZ

2.1 Verpakking

Iedere
meter,
afhankelijk
type,wordt geleverd in een aparte doos of
op een houten pallet. De verpakking bevat
een contra connector voor de geinstalleer-
de reedcontacten en olie in geval dat een
oliepomp geinstalleerd is.
2.2 Opslag Storage
Indien de meter niet direkt gebruikt
wordt,moet deze worden opgeslagen in
een schone en droge omgeving. De afsluit-
doppen op inlaat en uitlaatzijde van de me-
ter dienen pas bij installatie van de meter
verwijderd te worden. Opslag temperatuur:
-40°C to +70°C

2.3 Behandeling

De meters moeten met zorg worden behan-
deld. Ophijsen van de meter alleen met hijs-
banden om de "body" of aan de hijsogen.

3 Installatie

3.1 Algemene opmerkingen

Zie Annex 2
• De standaard MZ is ontworpen voor het
meten van schone en niet aggressieve
gassoorten. Voor het meten van aggres-
sieve gassen gaarne contact opnemen
met Itron voor informatie over speciale
uitvoeringen.
• Indien de meter is uitgevoerd met een
oliepomp,dient het oliereservoir aange-
past te zijn aan de meterpositie.
• (1) Voor installatie de meter controleren
op eventuele beschadigingen ,ontstaan
tijdens transport.
• (2) Niet lassen aan het leidingwerk bij
een geinstalleerde meter.
• (3) De meter moet ten allen tijde , span-
van
het
ningsvrij geinstalleerd worden. De flen-
zen moeten goed uitgelijnd worden. Het
max. aanhaalmoment van de bouten
mag de in tabel vermelde waarden niet
overschrijden (Nm):
M16 M20 M24 M27 M30 M33 M36
85 170 290 400 550 700 1200
Bouten gelijkmatig , bij voorkeur ruislings,
aandraaien.
• (4) Om de nauwkeurigheid te waarbor-
gen,dient de meter geinstalleerd te wor-
den met een recht inlaat pijpstuk van 3
DN.
• (5) Impulsgever aansluiting: Gasmeters
worden vaak geinstalleerd in gebieden
met een gasrisiko. Daarom moet de
elektrische verbinding met de gasmeter
Ex gemarkeerd zijn of voldoen aan een
gelijkwaardige toelating. De connector-
aansluiting en de pulswaardes staan op
de telwerkplaat.
33

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido