NL
VEILIGHEIDSNORMEN
DIE STRIKT OPGEVOLGD MOETEN WORDEN
BELANGRIJK - AANDACHTIG LEZEN VOORALEER DE MACHINE TE GEBRU-
IKEN. BEWAREN VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.
• VOORZIEN GEBRUIK - Gebruik de machine uitsluitend voor het doel waar-
voor ze bestemd is, en namelijk om takken en struiken met een doorsnede
tot 40mm klein te hakken. Eender welk ander gebruik kan gevaarlijk zijn en
schade berokkenen aan personen en/of zaken.
• ONGESCHIKT GEBRUIK - De volgende situaties behoren tot het ongeschikt
gebruik (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend):
– de machine gebruiken voor het hakken van niet plantaardige materialen;
– op de machine of op de opvangbak klimmen;
– de machine gebruiken om voorwerpen te verplaatsen.
• RESTRISICO - Ook bij een correct gebruik van de machine, kunnen er zich
situaties met restrisico's voordoen. Mogelijke gevaarsituaties kunnen veroorzaakt
worden (bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend), door:
– instabiliteit of onvoorziene bewegingen van de machine tijdens de verplaatsing;
– het uitstoten van stenen of andere materialen die ongewild samen met de
takken in de machine terecht kwamen;
– breuk en ongecontroleerde bewegingen van de takken tijdens het invoeren,
met letsels aan de ledematen of aan de ogen;
– ongecontroleerd uitstoten van de takken uit de laadhopper na omkering van
de rotatierichting.
• Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met
verminderde lichamelijke, sensoriële of geestelijke vermogens en kennis, tenzij
onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
tenzij ze instructies hebben gekregen voor het gebruik ervan. De kinderen moeten
onder toezicht staan om er zeker van te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
A) VOORBEREIDING
1) Lees aandachtig de gebruiksaanwijzingen. Zorg dat u vertrouwd raakt met
de bedieningsknoppen en in staat bent de machine op de juiste wijze te gebruiken.
Leer de motor snel af te zetten.
• Bovendien:
– Denk eraan dat de persoon die de machine bedient of de gebruiker aansprakelijk
is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigen-
dommen kunnen overkomen.
B) VÓÓR HET GEBRUIK
1) Laat nooit toe dat de machine gebruikt wordt door kinderen of door personen die
niet vertrouwd zijn met deze aanwijzingen.
2) Gebruik de machine niet wanneer er personen in de nabijheid zijn.
3) Draag gehoorbescherming, stofmasker en een beschermende bril gedurende
de hele tijd van het gebruik van de machine.
4) Draag geen kledij met loshangende delen, of met veters of dassen.
5) Gebruik de machine enkel buiten (d.w.z. niet nabij een wand of een ander hard
voorwerp) en op een stevige en vlakke oppervlakte.
6) Gebruik de machine niet op een bevloerde grond, op kiezelstenen, waar het
uitgestoten materiaal letsels zou kunnen veroorzaken.
7) Vooraleer de machine in werking te zetten, moet men nagaan of alle schroeven,
bouten en moeren en andere bevestigingsorganen degelijk vastgedraaid zijn en of
de beschermingen en schermen op hun plaats staan. Vervang de beschadigde of
onleesbare stickers.
• Bovendien:
– Voor ieder gebruik dient men na te gaan of de toevoerkabel en het verlengsnoer
niet beschadigd zijn en geen tekens van slijtage of veroudering vertonen. De
stekker onmiddellijk uit het stopcontact halen indien de kabel of verlengsnoer
beschadigd zijn. RAAK DE KABEL NIET AAN VOORALEER DEZE UIT HET
STOPCONTACT GEHAALD WERD. Gebruik de machine niet wanneer de kabel
beschadigd of versleten is.
C) TIJDENS HET GEBRUIK
1) Verzeker u ervan dat de laadhopper leeg is alvorens de machine op te starten.
2) Houd hoofd en lichaam op afstand van de la invoeropening.
3) Steek nooit handen of andere lichaamsdelen of kledij in de vulkamer, in het
windkanaal of nabij de bewegende delen.
4) Blijf steeds in evenwicht en in een stabiele positie, tijdens de hele tijd van het
gebruik. Niet opzij leunen. Tijdens de invoer van het materiaal mag men nooit op
een hogere positie staan dan de basis van de machine.
5) Tijdens de werking van de machine, moet men steeds ver van de aflaatzone
blijven staan.
6) Tijdens de invoer van het materiaal, moet men er steeds op letten dat er geen
metalen voorwerpen, stenen, flessen, blikjes of andere vreemde voorwerpen mee
ingevoerd worden.
7) Als de snij-inrichting tegen vreemde voorwerpen stoot of indien de machine
ongebruikelijk geluid zou maken of abnormale trillingen zou vertonen, dient men
de motor onmiddellijk uit te schakelen en de machine te laten stoppen. Koppel de
kabel los van het net en voer de volgende handelingen uit:
– verzeker u ervan dat de machine niet beschadigd is.
30
– controleer en schroef alle losgekomen elementen opnieuw vast.
– vervang of herstel de beschadigde delen met nieuwe delen met een gelijkwa-
ardige kwaliteit.
8) Laat het behandelde materiaal niet ophopen in de aflaatzone, want zo zou de
correcte aflaat verhinderd worden en zou het materiaal weer langs de invoeropening
naar buiten komen.
9) Indien de machine verstopt geraakt, dient men de motor uit te schakelen en de
stekker los te koppelen vooraleer de afval uit de invoeropening en uit het aflaatka-
naal te verwijderen. Houd de motor vrij van afval of andere ophopingen om schade
aan de motor of het risico op brand te vermijden Onthoud dat bij het opstarten van
de machines met motor, ook de snij-inrichting in werking treedt.
10) Houd alle carters en afschermplaten gemonteerd en in goede condities..
11 ) Wijzig de instellingen van de afstelinrichting van de motor niet, deze inrichting
controleert de maximale snelheid voor een veilig gebruik en beschermt de motor
en alle beweeglijke delen tegen schade veroorzaakt door een overdreven snelheid.
Raadpleeg de klantendient in geval van problemen.
12) Vervoer de machine nooit wanneer de motor aangeschakeld is.
13) Zet de motor uit en ontkoppel de stekker alvorens de werkzone te verlaten.
14) Kantel de machine nooit wanneer de motor aangeschakeld is.
• Bovendien:
– Gebruik de machine niet indien de schakelaar defect is en niet in staat is de
machine regelmatig aan- en uit te schakelen.
– Raak het verlengsnoer en de stekker nooit aan met natte handen.
– Stap niet op het verlengsnoer en trek er niet aan..
– Schakel de machine uit en koppel de toevoerkabel los.
– telkens wanneer u de machine onbeheerd achterlaat;
– vóór het verhelpen van blokkeringen of het vrijmaken van het windkanaal;
LET OP - In geval van breuken of ongevallen tijdens het werk, dient men de motor
onmiddellijk stil te zetten; in geval van ongevallen met persoonlijke letsels of letsels
aan derden, dient men onmiddellijk de meest geschikte eerste-hulp-procedures
te volgen voor de situatie en zich tot een gezondheidsstructuur te richten voor de
nodige zorgen. Verwijder zorgvuldig eventuele resten die schade of letsels aan
personen of dieren kunnen veroorzaken indien ze onopgemerkt blijven.
D) ONDERHOUD EN OPSLAG
1) Wanneer de machine uitgeschakeld is voor onderhoud, controle, berging of
voor de vervanging van toebehoren, dient men zich ervan te verzekeren dat de
energiebron niet verbonden is en dat de stekker uitgetrokken is. Verzeker u ervan
dat alle bewegende delen stil staan. Laat de machine afkoelen alvorens eender
welke ingreep uit te voeren voor onderhoud, afstelling, enz.
2) Laat de machine afkoelen vooraleer ze op te bergen.
3) Tijdens het onderhoud van de snij-inrichting, moet men eraan denken dat, ook
als de toevoer losgekoppeld is door de veiligheidsschakelaar van de bescherming,
de snij-inrichting nog door een handmatig systeem bewogen kan worden.
• Bovendien:
– De delen die onderhevig zijn aan slijtage mogen enkel nabij een gespecialiseerd
centrum vervangen worden.
E) BIJKOMENDE VOORSCHRIFTEN
1) De blijvende aansluiting van om het even welk elektrisch apparaat op het elektri-
citeitsnet van het gebouw moet uitgevoerd worden door een gekwalificeerd elektri-
cien, conform de geldende wetgeving. Een niet correct uitgevoerde aansluiting
kan ernstige persoonlijke letsels veroorzaken en zelfs de dood tot gevolg hebben.
2) LET OP: GEVAAR! Vocht en elektriciteit gaan niet samen:
– de elektrische kabels mogen enkel in droge omstandigheden gehanteerd en
aangesloten worden;
– breng een elektrisch stopcontact of kabel nooit in contact met een natte zone
(plas of vochtig gras);
– de aansluitingen tussen de kabels en de contacten moeten altijd van het water-
dichte type zijn. Gebruik verlengkabels met volledige waterdichte en gehomolo-
geerde stekkers, die verkrijgbaar zijn in de handel.
3) De toevoerkabels moeten van goede kwaliteit zijn, m.a.w. niet minder dan het
type H07RN-F met een minimale doorsnede van 1.5 mm
bevolen lengte van 25 m.
4) Voed het apparaat met een differentiaalschakelaar (RCD - Residual Current
Device) met een ontkoppelingsstroom van maximum 30 mA.
5) Gebruik een stekker met spanning en frequentie die overeenstemmen met wat
aangegeven is op het label en met een vermogen dat geschikt is voor de absorptie.
F) TRANSPORT EN VERPLAATSING
1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of overgeheld moet
worden, is het noodzakelijk:
– stevige werkhandschoenen te dragen;
– de machine vast te nemen op punten waar u een stevige greep hebt, rekening
houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht;
– doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de ma-
chine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het transportmiddel of de plaats
waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden.
2) Bevestig de machine tijdens het vervoer goed met touwen of kettingen.
en een maximaal aan-
2