Masterreset; Modus Bewerken - Chauvet Stage Designer 50 Instrucciones De Programacion

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

Instelling
Opnamemodus

Masterreset

Creëren van een
scène
Niet-opgeslagen
stappen wissen

Modus bewerken

Een scène wissen
Een stap of stappen
wissen
Een stap of stappen
invoegen
Een stap of stappen
wijzigen
Programmeerinstructies
1.
Plaats de Stage Designer ™ 50 op een vlakke ondergrond of monteer het in een rek.
2.
Sluit een einde van de externe voeding aan op het achterpaneel van het product en het
andere einde in een geaard/beveiligd stopcontact.
Sluit uw DMX-kabel(s) aan op de verlichtingsarmaturen die u wilt bedienen, zoals is
3.
beschreven in hun betreffende handleidingen. Als u niet bekend bent met het DMX-
protocol, download dan de DMX-handleiding van www.chauvetlighting.com.
Black Out (verduistering) moet bij het opstarten zijn uitgeschakeld, ander is er geen DMX-uitvoer. Om
Black Out (verduistering) aan/uit te zetten drukt u op de knop <BLACKOUT>. Het LED-lampje is aan
als Black Out (verduistering) aan is en het LED-lampje is uit als Black Out (verduistering) uit is.
Om de opnamemodus in te schakelen:
Houd <RECORD> ingedrukt. Tik op <1>, <5>, <6>, <8>. Laat <RECORD> los.
Om de opnamemodus af te sluiten:
Houd <RECORD> ingedrukt. Tik op <REC EXIT>. Laat <RECORD> los.
De opnamemodus inschakelen. Houd <RECORD> ingedrukt. Tik op <1>, <3>, <2>, <3>. Laat
<RECORD> los.
1.
De opnamemodus inschakelen. Zorg ervoor dat beide MASTER-faders bij de maximale
posities staan, en de faders FADE en SPEED (snelheid) naar direct zijn ingesteld.
2.
Druk op <PAGE> om de pagina te kiezen waar de scène naar zal worden opgeslagen: 1, 2, 3 of 4.
3.
Druk op <MODE SELECT> totdat het LED-lampje voor 1-24 A (groen) gaat branden.
4.
Stel de eerste stap samen (Stap 000) voor de scène, door de faders te verplaatsen naar de
gewenste posities. Druk op <RECORD> om de stap op te slaan naar het tijdelijke geheugen.
5.
Herhaal stap 4 indien nodig tot Stap 999 voor een scène.
Houd <RECORD> ingedrukt en tik op een flash-knop (<13 / 37> – <24 / 48>) om de scène
6.
naar die fader op te slaan om later af te spelen. Zie
eerder opgenomen scène in te voegen.
Houd <RECORD> ingedrukt. Tik op <REC CLR>. Laat <RECORD> los.
Om de bewerkingsmodus in te schakelen:
1.
De opnamemodus inschakelen.
Druk op <MODE SELECT> totdat het LED-lampje (rood) voor Chase◄►Scene gaat branden.
2.
3.
Druk op <PAGE> om de pagina te kiezen waar de gewenste scène naar zal worden opgeslagen.
4.
Houd <EDIT> ingedrukt. Tik op de flash-knop (<13 / 37> – <24 / 48>) van de gewenste scène.
5.
Laat <EDIT> los. Het gekozen LED-lampje van de scène gaat branden.
Om de bewerkingsmodus af te sluiten:
Houd <RECORD> ingedrukt. Tik op <REC EXIT>. Laat <RECORD> los.
Druk in de bewerkingsmodus driemaal op <DELETE>.
Druk in de bewerkingsmodus op <STEP> om door te bladeren naar de gewenste stap. Druk
eenmalig op <DELETE>.
Druk in de bewerkingsmodus op <STEP> om de stap te kiezen die u na de ingevoegde stap(pen) wilt
hebben. Druk op <INSERT>
1.
Druk in de bewerkingsmodus op <STEP> om door te bladeren naar de gewenste stap.
2.
Houd beiden ingedrukt:
·
<DOWN> om een waarde te verlagen.
·
<UP> om een waarde te verhogen.
3.
Druk op de flash-knop (<1 / 36> – <24 / 48>) van het kanaal dat u wilt bewerken. Tik om de waarde
met 1 te verhogen. Houd het ingedrukt om de waarde geleidelijk te laten stijgen of zakken.
LET OP: Het verplaatsen van de kanaalfaders in de bewerkingsmodus heeft geen effect op de
opgenomen scène. De wijzigingen worden niet opgeslagen.
.
17
Een stap of stappen invoegen
NL
om een

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido