Tabla de contenido
Publicidad
Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Stage Designer™ 50
Een scène
afspelen
Handmatige
bediening
Audio-triggering
Show-modus
Beat-modus
Snelheidsmodi
Single Chase
Modus
Mix Chase
Modus
Afspeelinstructies
Een scène kiezen die afgespeeld moet worden:
Druk op <MODE SELECT> totdat het LED-lampje (rood) voor Chase◄►Scene gaat branden.
1.
2.
Druk op <PAGE> om de pagina te kiezen waar de gewenste scène naar zal worden opgeslagen.
3.
Duw de MASTER-fader B naar zijn maximale stand (volledig neerwaarts).
4.
Stel de faders SPEED (snelheid) en FADE in naar de gewenste posities.
5.
Verplaats de fader van de gewenste scène naar maximaal.
6.
Stel het totale uitgangsniveau van de scène in door de fader van de scène te verplaatsen.
Stel het totale uitgangsniveau van alle scènes in met de MASTER-fader B.
MASTER-fader B regelt de totale uitvoer van de scène die op dit moment is gekozen.
MASTER-fader A regelt de uitvoer van de fysieke faders 1 / 25 – 12 / 36.
Voor handmatige bediening tijdens het afspelen van een scène:
1.
Verplaats MASTER-fader A naar het gewenste totale uitgangsniveau.
2.
Verplaats faders 1 / 25 – 12 / 36 naar de gewenste posities.
LET OP: De faders zullen alleen de besturing van de opgenomen scène overnemen als de
nieuwe posities hoger zijn dan de opgenomen posities.
Om audio-triggering in te schakelen:
1.
Druk op <AUDIO>. Het LED-lampje erboven gaat branden.
2.
Gebruik de fader AUDIO LEVEL om de gevoeligheid in te stellen.
Om audio-triggering uit te schakelen:
Druk opnieuw op <AUDIO>. Het LED-lampje erboven gaat uit.
LET OP: De bedieningselementen voor snelheid zullen niet werken als audio-triggering is ingeschakeld.
Om stappen handmatig te triggeren tijdens het afspelen:
1.
Verplaats de fader SPEED (snelheid) naar zijn laagste stand die is aangegeven met SHOW
MODE (show-modus). Het display toont SPEED 29m07s12.
2.
Tik op <STEP> om naar de volgende stap te gaan.
LET OP: Show-modus werkt alleen met de fader SPEED (snelheid) in de laagste stand. Als
het iets hoger staat heeft de knop <STEP> geen effect meer.
Voor het opnemen van een beat met de fader SPEED (snelheid) tijdens het afspelen:
1.
Druk op <PARK> totdat het LED-lampje (geel) bij Mix Chase gaat branden.
2.
Verplaats de fader SPEED (snelheid) naar de gewenste stand.
3.
Houd <REC SPEED> ingedrukt. Tik op de flash-knop (<13 / 37> – <24 / 48>) van de
gewenste scène.
Om een beat die op deze manier is opgenomen uit te schakelen en de bediening terug te schakelen
naar de fader SPEED (snelheid):
1.
Druk op <PARK> totdat het LED-lampje (geel) bij Mix Chase gaat branden.
2.
Verplaats de fader SPEED (snelheid) naar zijn laagste stand (SHOW MODE) (show-modus).
3.
Houd <REC SPEED> ingedrukt. Tik op de flash-knop van de gewenste scène.
Voor het opnemen van een beat met de functie tiksynchronisatie tijdens het afspelen:
1.
Druk op <TAP SYNC>. Wacht de gewenste tijd en druk het opnieuw in om de beat in te stellen.
2.
Indien nodig herhalen.
Verplaats de fader SPEED (snelheid) om de tiksynchronisatie uit te schakelen.
De fader SPEED (snelheid) heeft twee modi, 5 min en 10 min. Om hiertussen te schakelen:
Houd <RECORD> (opnemen) ingedrukt. Druk driemaal op <5> of <10>. Laat <RECORD>
(opnemen) los. Het LED-lampje geeft de huidige modus aan.
Om te werken in de enkele achtervolgingsmodus (eerst de ene scène, dan de andere):
1.
Druk op <PARK> totdat het LED-lampje (rood) bij Single Chase gaat branden.
2.
Plaats de fader of faders voor de scène(s) die u wilt uitvoeren naar het/de gewenste
uitgangsniveau(s). De Stage Designer™ 50 zal ze op volgorde afspelen.
LET OP: Opgenomen beats/snelheden werken in deze modus niet.
Om scènes samen te laten smelten doet u het volgende:
1.
Druk op <PARK> totdat het LED-lampje (geel) bij Mix Chase gaat branden.
2.
Plaats de fader of faders voor de scène(s) die u tegelijkertijd wilt uitvoeren naar het/de
gewenste uitgangsniveau(s). Stel de uitgang van elke scène in zoals nodig is.
LET OP: Het handmatig cross-faden van scènes en opgenomen beats/snelheden zal alleen in
deze modus werken.
18
NL
Publicidad
Tabla de contenido
