de maximale zaagdiepte wordt bij benadering de
buitendiameter van het zaagblad en daarmee het
zaagbereik gemarkeerd.
Schakel de machine niet in of uit terwijl het
zaagblad het werkstuk raakt.
Laat het zaagblad eerst het volle toerental
bereiken voordat u de snede uitvoert.
Bij het aanzetten van de handcirkelzaag wordt de
beweeglijke beschermkap door het werkstuk
teruggedraaid.
KSE 68 Plus: Om het aanzetten tegen het werkstuk
te vergemakkelijken kan de beweeglijke
beschermkap handmatig met de hendel (8)
teruggedraaid worden.
Tijdens het zagen de machine niet uit het
materiaal nemen wanneer het zaagblad
draait. Eerst het zaagblad tot stilstand laten komen.
Bij blokkeren van het zaagblad de machine
onmiddellijk uitschakelen.
Zagen volgens aftekening: hiervoor dient de
zaaglijn-aanwijzer (5). De breedte van de zaaglijn-
aanwijzer komt ongeveer overeen met de breedte
van het zaagblad.
Zagen volgens een aan het werkstuk
bevestigde lijst: om een exacte snijrand te krijgen,
kan men een lijst op het werkstuk aanbrengen en de
handcirkelzaag met behulp van de geleideplaat
(1)langs deze lijst leiden.
Zagen met parallelaanslag:
Voor snedes parallel aan een rechte kant.
De parallelaanslag (7) kan vanaf weerskanten in de
houder geplaatst worden. Bij het instellen letten
op de parallelliteit t.o.v. het zaagblad. Eerst de
voorste en dan de achterste arrêteerschroef (3)
vastdraaien. De nauwkeurige zaagbreedte kan het
beste vastgesteld worden aan de hand van een
proefzaagsnede.
Voor zaagsnedes parallel aan een rechte rand van
het werkstuk: De parallelaanslag (7) zo inzetten dat
de aanslaglijst naar beneden wijst.
Voor zaagsnedes parallel aan een rechte kant op
het werkstuk: De parallelaanslag (7) zo inzetten dat
de aanslaglijst naar boven wijst.
8.4
Zagen met geleiderail 6.31213
Voor op de millimeter precieze, rechte en
splintervrije snijkanten. De antisliplaag zorgt voor
een veilig plaatsen van de geleideplaat op het
werkstuk en beschermt het werkstukoppervlak
tegen krassen. Door aanslagen op de geleiderail
kan de machine bij invalsnedes worden aangelegd
en kunnen zaagsnedes met gelijkblijvende lengte
worden uitgevoerd.
Geleiderail 6.31213 zie het hoofdstuk Accessoires.
9. Handige tips
De parallelaanslag (7) kan, afhankelijk van de
toepassing en de breedte van de houtstroken, van
rechts of links in de opberghouder worden
geplaatst.
Zagen van zeer smalle stroken hout:
De parallelaanslag (7) van rechts in de
opberghouder plaatsen.
10. Onderhoud
De machine regelmatig reinigen. Daarbij de
ventilatiesleuven van de motor met een stofzuiger
uitzuigen.
Zaagbladwissel
Stekker uit het stopcontact trekken, voordat
enige instelling of
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd worden.
- De asvergrendelingsknop (28) indrukken en
vasthouden. Zaagas langzaam met de in de
zaagblad-bevestigingsschroef (22) geplaatste
ringsleutel draaien, tot de vergrendeling vastklikt.
- De zaagblad-bevestigingschroef (22) tegen de
klok in uitdraaien.
- De buitenste zaagbladflens (21) aanbrengen. De
beweeglijke beschermkap (19) terugtrekken en
het zaagblad (20) wegnemen.
- De steunvlakken tussen de binnenste
zaagbladflens (18), het zaagblad (20), de
buitenste zaagbladflens (21) en zaagblad-
bevestigingsschroef (22) moeten schoon zijn.
Voor een goede werking van de
veiligheidskoppeling moet de zaagblad-
bevestigingschroef (22) bij het contactvlak met
het zaagblad met een dunne vetfilm bedekt
zijn. Met een multi-purpose vet (DIN 51825 - ME
/ HC 3/4 K -30) bijvetten.
- Nieuw zaagblad plaatsen. Letten op juiste
draairichting. De draairichting is m.b.v. pijlen op
zaagblad en beschermkap aangegeven.
- De buitenste zaagbladflens (21) aanbrengen.
- De zaagblad-bevestigingsschroef (22) goed
vastdraaien.
Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen
gebruiken. Geen gebarsten of vervormde
zaagbladen gebruiken.
Geen zaagbladen gebruiken waarvan het
basiselement dikker of waarvan de
zaagbreedte kleiner is dan de dikte van de splijtwig.
Geen zaagbladen van hooggelegeerd
snelarbeidsstaal (HSS) gebruiken.
Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen
aan de karakteristieken.
Het zaagblad moet geschikt zijn voor het
onbelaste toerental.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het
te zagen materiaal.
11. Toebehoren
Gebruik uitsluitend originele Metabo toebehoren.
Gebruik alleen toebehoren die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Zie bladzijde 4.
NEDERLANDS nl
27