Inbedrijfstelling - Tractel FABA 513708 Manual De Empleo Y De Mantenimiento

Controle vóór elk gebruik
Vóór elk gebruik de volgende delen
controleren op hun bruikbare en veilige
staat.
• Vangwagen (rollen, bouten, strips,
etc.)
• Karabijnhaak
• Bandvaldemper
• Vanggordel en andere ook gebruikte
producten. Hierbij dienen de instructies
van de desbetreffende handleiding in acht
te worden genomen.
Vangwagen en karabijnhaak: geen
vervormingen, licht lopende rollen, veren
en sluitmechanisme.
Functie: vangwagen in het railprofi el in-
brengen en controleren of de vang wagen
licht loopt en correct in de uitsparingen
blokkeert.
Bandvaldemper: Mag niet ouder zijn dan
6 jaar. De band mag niet zijn ingescheurd
of beschadigd. De band moet door het
kunststof omhulsel zijn beschermd. De
naden moeten alle zichtbaar, volledig
en vast zijn.
Regelmatige controles (revisie)
De FABA™-vangwagens moeten, afhan-
ke lijk van de gebruiksomstandigheden
en bedrijfsmatige toestanden, indien
nodig, maar in ieder geval eenmaal in
de 12 maanden door een geautoriseerde
deskundige voor PSA op de onberispe-
lijke technische staat worden gecontro-
leerd.. Deze controles moeten worden
gedocumenteerd, het logboek moet bij
de vangwagen worden bewaard.

Inbedrijfstelling

Het gebruik van de vang-
STOP
wagen FABA-Grip is in de
v o l g e n d e FA B A ™ - k l i m -
beveiligingssystemen toegestaan:
A12, AL2, AL2-Mobil, AL2-Mobil F.
Als verbinding tussen de FABA-
STOP
Grip-vang wagen en de vanggor-
del mag geen extra veiligheids-
kabel of een andere verlenging in plaats
van de aan wezige verbinding worden
gebruikt! Dit geldt ook voor horizon-
tale gedeeltes!
1. De FABA-Grip-vangwagens en de
systemen A12 en AL2 zijn asymme-
trisch gecons trueerd. Deze asymmetrie
verhindert het onjuiste inbrengen van de
vangwagen.
2. De FABA-Grip-vangwagen bij de
in- en uitvoering in de veiligheidsrail
zodanig aanbrengen, dat de pijl op het
apparaat naar boven wijst. De vangwagen
niet met geweld inbrengen!
3. De FABA-Grip-vangwagen een stuk
omhoog / omlaag bewegen en controleren
of deze vrij loopt en correct blokkeert.
4. De karabijnhaak aan de FABA-Grip-
vangwagen in het borst verankering-
punt van de vanggordel haken en
vergrendelen (A = borstverankeringpunt,
toe gestaan aanslag punt aan de vanggor-
del).
NL
25