GEBRUIK VAN DJ-SOFTWARE
Voor DJS:
Bediening is mogelijk via de BROWSE, EFFECT en MIX
schermen van het middendisplay. Voor gedetailleerde
informatie betreffende de bediening kunt u het hoofdstuk over
de "Manipulator stijl" bediening in de DJS bedieningsgids van
de SEP-C1 lezen (PDF-bestand op de bijgeleverde CD-ROM).
MEMO
• Wanneer het UTILITY scherm op het middendisplay wordt
weergegeven, kunnen de toetsen en draaikeuzeknop van het
middendisplay niet worden gebruikt voor de bediening van de
DJ-software.
GEBRUIK VAN MIDI VOOR DE
COMPUTERBEDIENING
MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een
gestandaardiseerd protocol dat gebruikt wordt voor de
gegevensoverdracht tussen elektronische muziekinstrumenten en
computers.
De SEP-C1 gebruikt het MIDI-berichtenformaat voor de uitvoer van
de bedieningsgegevens en de status naar een computer die via
een USB-kabel is aangesloten. Door een DJ-softwareprogramma
met USB MIDI-ondersteuning te gebruiken voor het toewijzen van
de MIDI-berichtenuitvoer door de SEP-C1, kan de SEP-C1 worden
gebruikt voor de bediening van de DJ-software.
Raadpleeg de "TABEL MET MIDI-BERICHTEN" (blz. 23) voor
verdere informatie over de berichten die door de SEP-C1 worden
uitgevoerd.
1
Sluit de computer aan.
Het middendisplay toont het [PRO DJ] logo.
2
Start het DJ-softwareprogramma.
Wanneer de communicatie met het DJ-programma is opgezet,
werkt de SEP-C1 als een MIDI-bedieningseenheid en worden
de status van bedieningseenheid A/B en de
middendisplaytoetsen en regelaars als MIDI-berichten
uitgevoerd.
MEMO
• Wanneer het UTILITY scherm op het middendisplay wordt
weergegeven, worden de MIDI-berichten van het
middendisplay niet uitgevoerd.
22
Du
Een MIDI-kanaal instellen
De instelling van het MIDI-kanaal gebeurt via het UTILITY scherm.
1
Druk op de UTILITY toets.
2
Druk op de [PC] functietoets.
Het middendisplay toont het instelmenu voor het MIDI-kanaal.
• Bedieningseenheid A gebruikt hetzelfde kanaal als het
middendisplay, maar bedieningseenheid B gebruikt een
ander kanaal. (Bij de fabrieksinstellingen zijn
bedieningseenheid A en het middendisplay op kanaal 1
ingesteld en bedieningseenheid B is op kanaal 2 ingesteld).
3
Draai aan de draaikeuzeknop of druk op de omlaag ()
keuzetoets.
Het
pictogram schuift naar rechts.
4
Draai aan de draaikeuzeknop om de waarde te veranderen.
Er kan een waarde tussen 1 en 16 worden ingesteld.
5
Druk op de draaikeuzeknop om de gemaakte instelling te
bevestigen.
• Druk op de omhoog () keuzetoets om de instelling te
annuleren en terug te keren naar het UTILITY scherm.