-
Voor dat met de draaischakelaar een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 2 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/of meetfouten.
8.2 Spannings- en stroommeting
Let op de maxinale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
-
COM-bus
-
Bus voor V, Ω,
-
Contactbus voor µA/ mA - bereik en de
-
Contactbus voor 20 A - bereik
van de multimeter BENNING MM 2 ligt t.o.v. aarde, mag maximaal 600 V bedragen.
Gevaarlijke spanning:
Spanning in het circuit bij stroommeting maximaal 500 V. Bij
smelten van de zekering boven 500 V kan het apparaat worden
beschadigd.
komen te staan.
8.2.1
Spanningsmeting
-
Kies met de draaiknop de gewenste te meten spanning en bereik.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, van de
BENNING MM 2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
Zie fig. 2:
Zie fig. 3:
8.2.2
Stroommeting
-
Kies met de draaiknop de gewenste stroomsoort en bereik.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM contactbus van
de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus voor µA/ mA
bereik voor stromen tot 200 mA, dan wel met de contactbus voor 20 A
bereik voor stromen van 200 mA tot 20 A.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
Zie fig. 4:
Zie fig 5:
8.3 Weerstandsmeting
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (Ω)
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, µA, van
de BENNING MM 2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpun-
ten van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
Zie fig. 6:
8.4 Diodecontrole
-
Kies met de draaiknop de gewenste instelling (
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus van
de BENNING MM 2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V, Ω, van de
BENNING MM 2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de aansluitpun-
ten van de diode en lees de gemeten waarde af in het display van de
BENNING MM 2.
-
Voor een normale, in stroomrichting gemonteerde Si-diode
stroomspanning van 0,500 V tot 0,900 V aangegeven. De aanduiding
„000 V" wijst op een kortsluiting in de diode, de aanduiding „1" geeft een
onderbreking in de diode aan.
-
Bij een in sperrichting gemonteerde diode wordt ca. „1" aangegeven. Bij
08/ 2008
Een beschadigd apparaat kan onder spanning
meten van gelijkspaning.
meten van wisselspanning.
meten van gelijkstroom
meten van wisselstroom
weerstandsmeting.
BENNING MM 2
,
).
wordt een
61