Honeywell Miller 1016847 Instrucción De Utilización página 27

Voor de banden met energieabsorptie kan deze
hoogte worden teruggebracht tot 6,45 m.
In algemene zin wordt de minimale werkhoogte voor
de valfactor 2 als volgt berekend (zie afbeelding 3):
Lengte van de vanglijn vermenigvuldigd door 2
(= valtraject)
+ 1,75 m opening van de valdemper (=
remtraject)
+ 1 m veiligheidsmarge
Het verankeringspunt dient zich altijd boven de ge-
bruiker te bevinden (= valfactor tussen 0 en 1).
Bij het gebruik bij een valfactor 1, van een band met
energieopname , dient de vrije valhoogte onder de
gebruiker minstens 3.85 m te bedragen.
Slingerrisico :
Tijdens de inwerkingtreding van het antivalsysteem
dient men, om letsel als gevolg van stoten tegen
bijvoorbeeld de muren van een gebouw te voorko-
men, het verankeringspunt zoveel mogelijk te
kiezen in de verticale aslijn boven de gebruiker (zie
afbeelding 4).
Afbeelding 4: slingerrisico
anglijn getest op scheurweerstand over rand :
Dankzij deze proef kan het gebruik van de vanglijn
goedgekeurd worden op gelijksoortige randen zoals
profielen van gewalst staal, houten balken of afge-
ronde, beklede relingen...
Het verankeringspunt mag niet lager zijn dan het
vloerniveau waarop de gebruiker zich bevindt.
NT90018658 IND I.indd 27
De weerstand tegen scheuren
op een scherpe rand van de
band met energieabsorptie
is getest . Dit logo van Miller®
bevestigt de goedkeuring voor
horizontale toepassingen met
een randstraal van minstens
0,5 mm zonder bramen,
waarbij de randhoek minstens
90° dient te bedragen (zie
afbeelding 5).
90°
Afbeelding 5:
randhoek hoger of
gelijk aan 90 graden = gebruik
toegestaan
Als uit de voor het begin van de werkzaamheden
uit te voeren risicoanalyse blijkt dat de valrand een
«bijzonder scherpe rand is en (of ) niet vrij is van
bramen» (voorbeeld: niet afgeschermde scherpe rand
van plat dak, plaatstaal of scherpe betonranden), of
als de hoek kleiner is dan 90 graden (zie afbeelding 6),
dient men
- de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen
voor de aanvang van de werkzaamheden om
ieder valgevaar over de betreffende randen te
voorkomen,
- de rand van een bescherming te voorzien,
- contact op te nemen met de fabrikant.
De vrije ruimte onder de rand dient minstens 6,75 m
te bedragen. Indien gebruik gemaakt wordt van de
vanglijn met geïntegreerde valdemper voorzien van
een verankeringspunt van de klasse C volgens de
norm EN 795, dient men tevens rekening te houden
met de doorbuiging van het horizontale steunpunt
voor de berekening van de vereiste vrije ruimte onder
de gebruiker. Men dient ieder risico op ontspannen
lijnvorming of slingerbewegingen tijdens de val te
vermijden. Onthoud dat zelfs bij een conform gebruik
van het persoonlijke beschermingssysteem tegen
valgevaar, een val over een rand letselgevaar met zich
mee kan brengen (bijvoorbeeld bij een val op delen
van het werk, op steigerbuizen of op andere omrin-
gende scherpe randen).
Redding :
Na een ongeval dient de redding binnen 20 minuten
plaats te vinden (hangtrauma voorkomen). De red-
dingsuitrusting en -middelen (bijvoorbeeld afdalings-
touw) dienen operationeel te zijn en de aangepaste
reddingsprocedures dienen van tevoren bekend te
zijn.
De gebruikers dienen getraind te zijn in het gebruik.
De bedrijfscapaciteit van de reddingsuitrusting dient
regelmatig gecontroleerd te worden. De reddingso-
peraties dienen regelmatig in de praktijk geoefend te
worden.
Voorbeeld reddingsuitrusting: automatisch afdaal-
systeem Miller® SafEscape Elite Hub
.
< 90°
Afbeelding 6:
randhoek lager dan
90 graden = gebruik
verboden
27
19.12.2014 10:07