Elektronische Regelaar - EdilKamin H2OCEANO 23 Instalación Uso Y Mantenimiento

BELANGRIJK ADVIES VOOR DE INSTALLATIE
De aansluitingen, de inbedrijfstelling en de controle op de
goede werking moeten uitgevoerd worden door bevoegd per-
soneel dat in staat is de aansluitingen uit te voeren in overeen-
stemming met de van kracht zijnde wetten en in het bijzonder
instructies strikt nageleefd worden.
De inachtneming van de normen betreffende de aarding is
doorslaggevend voor de veiligheid van de personen.
Het is verplicht stroomopwaarts van de inrichting en van het
volledige elektrische circuit van de inbouwhaard een differen-
tiële lijnschakelaar in te voegen. Bovendien is het verplicht de
pomp, de klep en de metalen onderdelen van de inbouwhaard
te aarden.
LEGENDA
AA
schakelaar akoestisch alarm
R
reg. opening driewegklep (KIT 1 - 3)
R
reg. werking circulators (KIT 2)
RIC interne afstelling pomp
S
keuzeschakelaar MAN-OFF-AUTO
SP controlelamp pomp
SS
controlelamp overtemperatuur
ST temperatuurschaal
SV
controlelamp driewegkleppen (KIT 1 - 3)
SV reg. circulators (KIT 2)
TECHNISCHE GEGEVENS
Voeding (+15 - 10%)
Beschermgraad
Lengte sonde
Thermometer
Maximum vermogen contacten circulators
Maximum vermogen contacten driewegkleppen
Zekering
Met de elektronische regelaar kunnen de werkcondities gecon-
- keuzeschakelaar MAN-OFF-AUTO (S)
- temperatuurschaal (ST)
- akoestisch alarm (AA)
- reg. opening driewegklep (R) (KIT 1-3)
- reg. werking circulators (R) (KIT 2)
- interne afstelling pomp (RIC)
- controlelamp driewegklep (SV) (KIT 1-KIT 3)
- controlelamp reg.circulators (SV) (KIT 2)
- controlelamp overtemperatuur (SS)
- controlelamp pomp (SP)

ELEKTRONISCHE REGELAAR

Vac 230
°C 0÷+50
mt 1,2
°C 30÷90
W 250
mA 500
WERKING
- Controle-inrichting:
- Beschermende inrichting (akoestisch alarmsysteem):
Dit systeem grijpt in wanneer de watertemperatuur 90°C over-
schrijdt en verwittigt de gebruiker zodat hij de brandstoftoevo-
er kan onderbreken.
De werking van het akoestisch alarm kan via de schakelaar
(AA) uitgesloten worden; de alarmfunctie van de controlelamp
voor overtemperatuur (SS) blijft hoe dan ook actief. Om de
oorspronkelijke condities te herstellen nadat de watertempera-
tuur in de inbouwhaard werd beperkt, moet de schakelaar (AA)
opnieuw geactiveerd worden.
- Toevoerinrichting (circulatiesysteem):
Op manueel werkt de pomp altijd, op OFF is de pomp uit; op
AUTO wordt de pomp van de installatie via de interne afstel-
ling (RIC) op de gewenste temperatuur geactiveerd van 20 tot
80°C (de besturing is vooringesteld op 20°C).
- Inrichting voor de werking (regelsysteem):
neer de vloeistoftemperatuur de waarde bereikt, ingesteld met
de regelaar, zal de driewegklep de vloeistof naar de radiators
voeren en de controlelamp van de werking (SV) gaat aan.
Wanneer de vloeistoftemperatuur onder de ingestelde waarde
daalt, zal het regelsysteem het elektrisch circuit openen en de
driewegklep zorgt ervoor dat de vloeistof rechtstreeks naar de
inbouwhaard wordt gevoerd.
Let op: Controleer gedurende de normale werking of de con-
trolelampen (SV) en (SP) aan zijn.
PLAATS
De elektronische regelaar moet in de nabijheid van de in-
De sonde van de inrichtingen voor werking, bescherming
en controle moet rechtstreeks op de inbouwhaard geplaatst
worden of op de toevoerbuizen niet verder dan 5 cm van de
inbouwhaard. Plaats de sonde hoe dan ook voor het onderschep-
pingsorgaan. De sonde moet in de put geplaatst worden.
INSTALLATIE
Deze werkzaamheden moeten uitgevoerd worden met de
voeding afgesloten van het elektrisch net en met de
keuzeschakelaar (S) AUTO-OFF-MAN in de stand OFF.
Ga voor een correcte installatie van de elektronische regelaar
wijder de kap. Plaats tegen de wand en bevestig met de bijgele-
verde pluggen; voer de aansluitingen zeer aandachtig uit zoals
aangeduid op het schema. Gebruik kabelgoten om de kabels te
installeren, conform met de van kracht zijnde normen; zet
de kap weer op zijn plaats en draai de schroeven dicht.
Gebruik voor de driewegklep de bruine (fase) en blauwe draad
(neutraal) die respectievelijk met de klemmen 5 en 6 van de
regelaar moeten verbonden worden.
De geel-groene draad moet met de aarde verbonden worden.
Volg de montage-instructies ingehouden in de verpakking op
voor de correcte aansluiting van de regelaar met de installatie.
- 102 - 102
- -
-
-