9. Steunstructuur
10. Bevestingsas
11. Harpsluiting
12. Veiligheidsstrop
13. Harpsluiting
14. Verankeringspunt voor de beveiliging
F. Toepassingsrichting van de trekbelasting. Deze
belasting dient verplicht lijnrecht toegepast te
worden ten aanzien van de plaatsing van de poten
van de driepoot of ander belastingsapparaat.
4.3. Controles voor installatie
Alle controles voor installatie die hieronder worden
beschreven, hebben betrekking op Afb. 6.
GEVAAR: Het is verplicht de veiligheidsstrop
(markering 12) zo kort mogelijk te houden om de
valhoogte van de drievoet van de belasting tot 5 cm te
beperken, in het geval van een breuk van het
verankeringspunt dat getest moet worden.
• Controleer of de omgeving rond het te testen
verankeringspunt geen apparatuur bevat dat defect
kan raken tijdens de installatiewerkzaamheden.
• Controleer of de toegangszone voor de installatie van
het TA testplaatje en de noodzakelijke apparatuur
voor zijn installatie, geen gevaar vormen voor de
installateur.
• Controleer of de belastingsdriepoot, alsook de
hefaccessoires een maximale gebruiksbelasting
bezitten de hoger of gelijk is aan de CR
breukbelasting van het plaatje.
4.4. Installatieprocedure
BELANGRIJK: Deze installatieprocedure is alleen
van toepassing in het geval van het gebruik van een
trekbelastingsapparaat van de testplaatjes van het type
driepoot. In het geval van een ander toestel voor de
belasting, dient de installateur in het bezit te zijn van
een installatie- en gebruikshandleiding van dit apparaat
voor deze speciale toepassing.
De gehele procedure die hieronder wordt beschreven,
heeft betrekking op Afb. 6
1. Bevestig het TA testplaatje (markering 3) op het
te testen verankeringspunt (markering 1) via
een hefaccessoires van het type harpsluiting
(markering 2).
2. Zet de belastingsdriepoot vast (markering 8), poten
(markering 7) naar de ontvangststructuur gericht, op
het TA testplaatje (markering 3) via een accessoire
van het type bevestigingsbeugel (markering 4) en
bevestigingsas (markering 10).
3. Zet de schroef vast (markering 6) door de hefboom
te draaien (markering 5) totdat de poten van de
driepoot in contact zijn met de ondergrond van de
installatie.
4. Beveilig de driepoot tegen vallen door de plaatsing
van een veiligheidsstrop (markering 12) tussen
de
belastingsdriepoot
verankeringspunt voor beveiliging (markering 14)
via de harpsluitingen (markering 11 en 13).
→ Installatie voltooid.
5. Procedure voor het in werking
stellen van de test en de controles
GEVAAR: Tijdens de uitvoering van de test dient
de bediener alle veiligheidsvereisten toe te passen die
deze uitvoering vereist, in overeenstemming met de
geldende regelgeving. De bediener dient gebruik te
maken van alle Persoonlijke Beschermingsmiddelen
die noodzakelijk zijn om zijn of haar veiligheid te
waarborgen tijdens de test.
BELANGRIJK: De gebruikstemperatuur van een
TA testplaatje moet tussen -10°C en +70°C liggen.
5.1. Voorafgaande controles
1. Controleer of de toegangszone voor de test van het
verankeringspunt geen gevaar vormt voor de bediener.
2. Controleer of het TA breuktestplaatje op de juiste
manier is vastgezet (Afb. 2, pagina 25 en Afb. 5,
pagina 26).
3. Controleer of alle hefaccessoires die gebruikt
worden op de juiste manier geplaatst zijn.
→ Gereed voor de trektest van het verankeringspunt.
5.2. Procedure voor de inbedrijfstelling
van de trektest
Afb. 7
(markering
8)
en
het
27
NL