Elektrische Aansluiting; Controle Van De Werking - Xylem LOWARA TP1 Instrucciones De Instalacion Y Uso

8 MONTAGE
De condensaatpomp TP1 dient in droge ruimtes (vorstvrij + luchttemperatuur niet hoger dan 60 ° C) met de
meegeleverde montagehouder aan de wand, onder de condensaatafvoer gemonteerd te worden. Er moet op
gelet worden dat het toestel waterpas wordt aangebracht. Bij montage op de vloer dient er voor een veilige
stand gezorgd te worden. Een extra bevestiging aan de dichtstbijzijnde wand is aan te bevelen.
De toevoerslang voor het condensaat dient met enige graden verval naar de TP1 gelegd te worden. De slang
moet zo ver in de tankopening gestoken worden dat hij er niet per ongeluk uit kan glijden. (In de tweede
toevoeropening kan een extra slang, bijv. voor de afvoer van druppelend water uit de veiligheidsklep van de
ketel, aangebracht worden.)
De drukslang voor de afvoer van het condensaat moet tot de aanslag op het retourventiel gestoken worden.
Extra bevestiging door slangklemmen is aan te bevelen. Arrêteer vervolgens het retourventiel met een
kwartslag tegen de wijzers van de klok in. Voor verdere aanleg van de drukslang, zie punt 7 Installatievolgorde.

8.1 Elektrische aansluiting

De condensaatpomp TP1 heeft een netkabel van 2 m lengte met veiligheidsstekker. Als deze kabel niet lang
genoeg is, raden wij een verlengkabel of verdeeldoos aan. De netkabel is goed in de pomp aangesloten en kan
niet gedemonteerd worden en tegen een langere netkabel vervangen worden.
De elektrische aansluiting moet overeenkomstig de geldende normen uitgevoerd zijn; van belang is dat de
aansluiting volgens de voorschriften geaard en beveiligd is.
8.2 Alarmaansluiting (afbeelding 5)
De condensaatpomp TP1 is van een alarmaansluiting voorzien, waarmee het condensatietoestel of de
airconditioning uitgeschakeld kan worden, zodat het verdere terugstromen van condensaat en het overlopen
van de tank voorkomen wordt (de omschakeling gebeurt met een vertraging van 15 seconden). Wij adviseren
absoluut om de alarmaansluiting aan te sluiten. Wordt dit niet gedaan wijst de fabrikant elke aansprakelijkheid
van de hand voor schade die veroorzaakt wordt door overlopen van de tank. Als de alarmaansluiting gebruikt
moet worden, moet de 2 m lange alarmaansluitkabel volgens de afbeelding aangesloten worden. Als de kabel
niet lang genoeg is, is het gebruik van een verdeeldoos aan te bevelen. De alarmkabel is goed in de pomp
aangesloten en kan niet gedemonteerd worden. Als de alarmaansluiting niet gebruikt hoeft te worden, kan de
alarmkabel direct bij de pomp afgesneden worden. Om te voorkomen dat er vocht in de elektronica van de
pomp komt, dient de rubberen kap met gaten vervangen te worden door de dichte kap die bij de pomp
geleverd wordt.

8.3 Controle van de werking

Nadat de condensaatpomp geïnstalleerd is, is het aan te bevelen de werking ervan te controleren. Hiervoor
dient de tank met water (ca. 0,3 l) gevuld te worden, bij voorkeur via de extra toevoeropening. Vullen tot het
inschakelniveau bereikt is en de pomp ingeschakeld wordt. Als de geïntegreerde droogloopbeveiliging door
lucht in de pomp geactiveerd wordt (pomp wordt uitgeschakeld, groene en rode lampjes knipperen), dient er
0,2 l water bijgevuld en 2 minuten gewacht te worden. De pomp wordt na één minuut automatisch weer
ingeschakeld.
De condensaatpomp TP1 is nu klaar voor gebruik.
De installatiewerkzaamheden mogen uitsluitend door vakbekwaam en geschoold
personeel uitgevoerd worden.
Opstelling in explosiegevaarlijke omgeving is niet toegestaan!
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen alleen door geautoriseerd
vakpersoneel uitgevoerd worden!
nl
25