FCS-320-TM | FCS-320-TM-R
Systeemoverzicht
Afbeelding 1,
Aansluitingen FCS-320-TM Serie
Pagina 4
1
2
3
4
Afbeelding 2,
FCS-320-TM Serie Indicatoren
Pagina 4
1
2
3
4
5
Installeren van het apparaat
WAARSCHUWING!
De apparatuur mag uitsluitend worden geïnstalleerd door geautoriseerd en gekwalificeerd
personeel!
Schakel het apparaat uit voordat u begint met de aansluitwerkzaamheden!
AANWIJZING!
-
-
-
-
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Bosch Sicherheitssysteme GmbH
Aansluiting voor aanzuigbuis
Aansluiting voor luchtafvoerleiding
Voorbereide M 25 kabelingangen voor de aansluiting op de brandmeldcentrale of
voeding voor randapparatuur (ingang/uitgang)
Voorbereide M 20 kabelingangen voor de aansluiting op de brandmeldcentrale of
voeding voor randapparatuur (ingang/uitgang)
LED
Hoofdalarm-LED
Storings-LED
Infraroodpoort
Indicatoren voor brandhaardidentificatie in sectoren A-E
Bij de keuze van de installatieplaats moet er rekening mee worden gehouden dat de
indicatoren van het apparaat goed zichtbaar moeten zijn.
Houd er bij de planning rekening mee dat de ventilatoren van het apparaat een
geluidsniveau van ongeveer 40 dB(A) produceren.
De luchtuitlaat van het systeem mag niet afgedekt worden. De afstand tussen de
luchtuitlaat en de naastgelegen componenten, bijv. een muur, moet ten minste 10 cm
bedragen.
Het rookaanzuigsysteem kan worden gemonteerd met het aanzuigsysteem omhoog of
omlaag gericht (hiervoor moet de kap van het apparaat 180° gedraaid worden). Als de
aanzuigbuis naar beneden is gericht, dient u ervoor te zorgen dat er geen vuil of
waterdruppels in de luchtafvoerleiding komen, die dan naar boven is gericht.
Markeer eerst duidelijk de bevestigingspunten op de montageplaats, die zijn aangegeven
op het apparaat. Om te zorgen voor een veilige, trillingsarme bevestiging, moet de sokkel
van de behuizing worden vastgezet met vier schroeven (∅ max. 4 mm).
Bevestig de behuizingssokkel overeenkomstig het type montage met vier schroeven op
de ondergrond. Let er hier absoluut op dat de behuizingssokkel in geen geval onder
mechanische spanning vastgezet wordt of de schroeven te vast aangedraaid worden.
Anders kan het apparaat beschadigd raken of kunnen er ongewenste bijgeluiden
ontstaan.
Druk met een schroevendraaier de benodigde kabelingangen voorzichtig uit de
behuizingssokkel.
Voorzie de kabeltule(s) waar nodig voorzichtig van M20- of M25-kabelingangen (2 x M20
en 1 x M25 zijn meegeleverd) door ze in de desbetreffende kabelingang(en) te plaatsen.
Maak de kabeldoorvoeren open met een puntig voorwerp.
Voorzichtig: snijd de kabeldoorvoeren niet open met een mes!
Voer de bandkabel(s) (max. 2,5 mm²) door de voorbereide M20 of M25 kabeldoorvoeren
in het apparaat en knip ze binnen het apparaat op de benodigde lengte af.
Sluit het apparaat aan volgens onderstaande instructies.
nl
43
F.01U.123.590 | 1.0 | 2009.11