Locparameters instellen met de Control Unit
1. Voorwaarde: opbouw zoals tekening op
pagina 21. Alleen de loc die gewijzigd moet worden
op de rails.
2. "Stop"- en "Go"-toets gelijktijdig indrukken tot "99" in
het display oplicht.
3. "Stop"-toets indrukken.
4. Het adres „80" invoeren.
5. Omschakelcommando met de rijregelaar vasthouden.
Tijdens het vasthouden de toets "Go" indrukken.
6. De verlichting van de loc knippert langzaam. Indien dit
niet het geval is, vanaf stap 2 opnieuw beginnen.
7. Het registernummer van de te wijzigen parameter
invoeren (=> lijst op pagina 20).
8. Omschakelcommando geven.
9. Verlichting gaat snel knipperen.
10. Nieuwe waarde invoeren (=> lijst op pagina 20).
11. Omschakelcommando geven.
12. Verlichting knippert langzaam (uitgezonderd bij deco-
der reset)
13. Volgende parameterinstelling of beëindigen met 14
14. Sessie beëindigen door het indrukken van de toets
"Stop". Aansluitend de toets "Go" indrukken.
Bedrijf met Mobile Station / Central Station
• Loc op de rails plaatsen. De loc meldt zichzelf aan in
de loclijst.
• Bij het bedrijf: snelheidsweergave (balk) knippert =>
geen verbinding met de loc.
• Loc afmelden:
1. loc van de rails nemen
2. loc invoer wissen.
Het wijzigen van het adres is niet nodig.
Locparameter wijzigen met het Mobile Station /
Central Station
1. Loc uit de loclijst kiezen.
2. Ga naar het nevenmenu "WYZIG LOC".
3. Ga naar het nevenmenu "MAX.SNELH.",
"OPTREKKEN" of "AFREMMEN".
4. Nieuwe waarde invoeren en overnemen.
Lees ook de opmerkingen in de gebruiksaanwijzing van
het Mobile Station / Central Station.
15