NL
OPMERKING
Onervaren gebruikers van de ketting-
zaag wordt aanbevolen de zaagketting
te laten slijpen door een vakman die be-
schikt over een werkplaats voor klanten-
service.
Uit veiligheids- en efficiëntie-overwegingen moet
de zaagketting altijd goed geslepen zijn.
Het slijpen is vereist wanneer:
■
Het zaagsel op stof lijkt.
■
Meer kracht nodig is om te zagen.
■
De snede niet recht is.
■
De vibraties toenemen.
Wanneer het slijpen in handen van een opgeleide
klantendienst gegeven wordt, kan dit met de juis-
te gereedschappen uitgevoerd worden die een
minimale materiaalslijtage en gelijkmatig slijpen
van alle tanden garanderen.
Zelfstandig slijpen van de zaagketting is mogelijk
met behulp van speciale ronde vijlen, waarvan de
doorsnede is aangepast aan het afzonderlijke
kettingtype (zie Hoofdstuk 8.6 "Tabel kettingon-
derhoud", pagina 77). Het slijpen van de ketting
vergt enige handigheid en ervaring, om beschadi-
ging van de tanden te voorkomen.
Voor het slijpen van de zaagketting:
1. De kettingzaag uitschakelen en de accu ver-
wijderen.
2. Geef de kettingrem vrij.
3. Zet het zaagblad met gemonteerde zaagket-
ting stevig vast in een geschikt bankschroef,
let er daarbij op, dat de ketting vrij kan bewe-
gen.
4. Span de zaagketting indien deze los is.
5. Monteer de vijl in de overeenkomstige gelei-
der en breng de vijl vervolgens in de uitspa-
ring van de tand, behoud daarbij een gelijk-
matige helling overeenkomstig het tandpro-
fiel.
6. Voer slechts enkele halen met de vijl uit, uit-
sluitend in voorwaartse richting en herhaal de
werkstap op alle tanden met dezelfde uitlij-
ning (rechts of links).
7. Draai de positie van het zaagblad in de bank-
schroef om en herhaal de werkstap op de
resterende tanden.
8. Controleer of de grenstand niet boven het
testgereedschap uitsteekt en vijl het eventue-
le uitsteeksel met een vlakke vijl af en rond
het profiel af.
76
9. Verwijder na het slijpen al het vijlsel en stof
en smeer de zaagketting in een oliebad.
De ketting moet vervangen worden wanneer:
■
De lengte van de tanden kleiner is dan 5 mm;
■
Indien aanwezig: de markering op de tanden
van de zaagschakels is onderschreden;
■
De speling van de schakels op de kettingpon-
sen te groot is.
8.3
Reinigen binnenruimte kettingwiel
De kettingzaag na elke gebruik grondig reinigen.
1. Verwijder de accu en leg de kettingzaag neer
op een stevige ondergrond.
2. Schroef de afdekkap van het kettingwiel los.
3. De binnenruimte met een geschikt borsteltje
schoonmaken.
4. Neem de zaagketting af en verwijder het
zaagblad.
5. De zaagbladmoer en de olietoevoeropening
reinigen.
8.4
Snelspanner omzetten (27)
1. Zaagblad verwijderen (27/1): Draai de
schroef (27/2) uit en neem de adapterplaat
met de spanhaak (27/3) los van het zaag-
blad.
2. Draai het zaagblad om om de lengteas.
3. Breng de adapterplaat met de spanhaak
weer aan op het zaagblad en draai deze met
de kruiskopschroef weer vast.
4. Zaagblad weer monteren (zie Hoofdstuk 4.1
"Monteren van het zaagblad (02, 03)", pagi-
na 68).
8.5
Zaagblad controleren, omkeren en
invetten (28, 29)
Zaagblad controleren
Het zaagblad regelmatig controleren op bescha-
diging. Verwijder eventueel uitstekende bramen
(28/1), d.w.z. Afvijlen onder een hoek van 45°
(28/2).
Zaagblad omkeren
Om eenzijdige slijtage te voorkomen, moet het
zaagblad na elke kettingvervanging of kettings-
lijpbeurt worden omgekeerd.
1. Snelspaninrichting aan het zaagblad omzet-
ten (zie Hoofdstuk 8.4 "Snelspanner omzet-
ten (27)", pagina 76).
2. Zaagblad omkeren.
Onderhoud en verzorging
CS 4235