NEDERLANDS
PREWASH - Vakje voor het voorwasmiddel,
weekprogramma of de vlekkenverwijderaar.
Het voorwas- en inweekmiddel wordt aan
het begin van het wasprogramma
toegevoegd
WASH - Vakje voor de wasfase.
SOFTENER - Vakje voor de wasverzachter en
andere vloeibare behandelingen
(stoffenconditioner, stijfsel).
- Maximaal niveau voor vloeibare
toevoegingen.
- Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Volg de aanbevelingen van de
fabrikant op wat betreft de te
gebruiken hoeveelheden en
overschrijd het
wasmiddellade niet. Raadpleeg
"Graden van waterhardheid" om
de juiste hoeveelheid wasmiddel
af te meten. Wasverzachter of
stijfsel moeten in het vakje
worden gegoten voor het starten
van het wasprogramma.
Verwijder na de wascyclus indien
nodig achtergebleven wasmiddel
uit de wasmiddeldispenserlade.
Giet het wasmiddel in het WASH-vakje of in
het juiste vakje als dit vereist is door het
geselecteerde programma/de geselecteerde
optie.
-teken in de
Trek de
wasmiddeldispenserla
de zo ver mogelijk
naar buiten.
220
Voor waspoeder:
klep naar boven
gedraaid.
Voor vloeibaar
wasmiddel: klep
naar beneden
gedraaid.
Met de klep in de
positie voor vloeibaar
wasmiddel:
• Gebruik geen
geleiachtige of
dikvloeibare
wasmiddelen.
• Overschrijd de
dosis voor het
vloeibare
wasmiddel die op
de klep staat
aangeduid niet.
• Stel de
voorwasfase niet
in.
• Stel de uitgestelde
start niet in.
Giet wasverzachter in
het aangegeven vakje
(overschrijd de
-markering niet).
Sluit de
wasmiddeldispenserla
de zorgvuldig.
Zorg ervoor dat de
lade niet door de klep
wordt geblokkeerd bij
het sluiten.