NEDERLANDS
• Schroef de slang van de machine.
Houd een oude doek bij de hand om
eventueel gemorst water te kunnen
opvegen.
• Reinig het filter in de klep met een harde
borstel or met een doek.
35°
45°
• Draai de waterkraan open.
Noodafvoer
Als het apparaat het water niet kan
wegpompen, voert u dezelfde procedure uit
zoals beschreven in de paragraaf 'Reinigen
Probleemoplossing
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Inleiding
Het apparaat start niet of stopt tijdens de werking.
Probeer het probleem eerst zelf op te lossen (zie tabellen). Als het probleem aanhoudt, neemt
dan contact op met een erkende servicedienst.
WAARSCHUWING! Voordat u controles uitvoert, moet u de stekker uit het
stopcontact trekken.
• Draai de
toevoerslang aan
de achterkant van
het apparaat naar
links of rechts om
de installatie te
vergemakkelijken.
Plaats de sluitmoer
op de juiste manier
om waterlekkage
te voorkomen.
van de afvoerpomp'. Maak de pomp zo
nodig schoon.
Als u het water afvoert met de
noodafvoerprocedure, dient u het
afvoersysteem opnieuw te activeren:
1. Giet 2 liter water in het vakje voor het
hoofdwasmiddel van de wasmiddellade.
2. Start het programma om water af te
voeren.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd op een plek
waar de temperatuur 0 °C of daaronder kan
bereiken, dan dient u het resterende water
uit de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Haal de netstekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u
de toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor
dat de temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor schade die
door lage temperaturen is
veroorzaakt.
234