N E D E R L A N D S
werktuigen gebruikt. Gebruik geen
elektrische werktuigen als u moe of onder
de invloed van drugs, alcohol of medicijnen
bent.
Een moment van onoplettendheid tijdens
het gebruik van een elektrisch werktuig kan
ernstige lichamelijke verwondingen tot gevolg
hebben.
b) Gebruik een beschermende uitrusting.
Draag altijd oogbescherming.
Het gebruik van veiligheidsuitrustingen zoals
een stofmasker, antislip-veiligheidsschoenen,
een helm of gehoorbescherming, vermindert de
kans op letsels.
c) Vermijd dat het werktuig onopzettelijk start.
Zorg ervoor dat de schakelaar in de stand "uit"
is voordat u aansluit op de stroombron en/
of accu bij het opnemen of verdragen van het
gereedschap. Als u elektrische werktuigen met
uw vinger op de schakelaar verplaatst, of een
elektrisch werktuig aansluit met de schakelaar
al aan, kan dit ongevallen tot gevolg hebben.
d) Verwijder alle afstelsleutels of moersleutels
voordat u het elektrische werktuig aanzet.
Een moersleutel of afstelsleutel die nog vastzit
aan een draaiend onderdeel van het elektrische
werktuig, kan tot letsels leiden.
e) Reik niet te ver. Sta stevig op de grond en
behoud voortdurend uw evenwicht.
Hierdoor hebt u in onverwachte
omstandigheden een betere controle over het
elektrische werktuig.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden. Houd uw haar,
kleding en handschoenen uit de buurt van
bewegende onderdelen.
Losse kleding, sieraden of lang haar kunnen
vastraken in bewegende onderdelen.
g) Als er hulpmiddelen zijn geleverd voor
de verbinding van voorzieningen voor
stofafvoer en stofverzameling, zorg dan
ervoor dat ze aangesloten zijn en op de
juiste manier worden gebruikt.
Het gebruik van deze voorzieningen kan
stofgerelateerde gevaren verminderen.
98
4 HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN
ELEKTRISCHE WERKTUIGEN
a) Forceer het elektrische werktuig niet.
Gebruik het juiste elektrische werktuig voor
uw toepassing.
Het gereedschap zal zijn werk beter en veiliger
doen tegen de snelheid waarvoor het is
bedoeld.
b) Gebruik het elektrische werktuig niet als de
schakelaar het niet in- en uitschakelt.
Elk werktuig dat niet met de schakelaar kan
worden bediend, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c) Koppel de stekker los van de stroombron
en/of accu van het elektrische gereedschap
voordat u aanpassingen aanbrengt,
accessoires wijzigt of elektrisch
gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrische
werktuig toevallig wordt geactiveerd.
d) Bewaar elektrische werktuigen die niet
worden gebruikt, buiten het bereik van
kinderen en laat mensen die niet vertrouwd
zijn met het elektrische werktuig of met deze
instructies, het elektrische werktuig niet
gebruiken.
Elektrische werktuigen zijn gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
e) Onderhoud elektrische werktuigen.
Controleer op foutieve uitlijning of
vastlopen van beweegbare delen, gebroken
onderdelen of een andere omstandigheid die
de werking van het elektrische werktuig kan
beïnvloeden. Als het elektrische werktuig
beschadigd is, laat dit dan repareren
voordat u het gebruikt.
Veel ongevallen worden veroorzaakt door
slecht onderhouden elektrische werktuigen.
f) Houd zaagwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden zaagwerktuigen met
scherpe zaagkanten zullen minder snel
vastlopen en zijn makkelijker te gebruiken.
g) Gebruik het elektrische werktuig,
hulpstukken e.d. overeenkomstig deze
instructies, en houdt daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te voeren
werk.