BELANGRIJK Maak hem vaker schoon
bij gebruik onder zware omstandigheden of
wanneer de lucht sterk verontreinigd is.
OPMERKING Bij gebruik van de machine op
zeer stoffige ondergronden moeten de filters
vaker worden schoongemaakt / vervangen.
Handeling
Controle van het
oliepeil (par. 4.1.1)
Verversing van de
olie
(par. 5.4)
1
Reiniging van de
geluiddemper en van
de motor (par. 5.5)
Controle en reiniging
van de lucht
(par. 5.6)
2
Vervanging van de
luchtfilter (par. 5.6)
3
Controle van de
bougie (par. 5.7)
Bougie vervangen (par. 5.7)
Vervang de olie iedere 25 uur als de motor
1
volledig belast of bij hoge temperaturen werkt.
Maak de luchtfilter vaker schoon als de
2
machine in stoffige zones werkt.
Enkel voor het patroonfilterelement.
3
5.3 ACCU (INDIEN VOORZIEN)
Het is fundamenteel om de accu zorgvuldig te
onderhouden voor een duurzaam bestaan.
De accu van uw machine dient
steeds te worden opgeladen:
• bij het eerste gebruik na de
aankoop van de machine;
• alvorens elke langdurige periode van
inactiviteit (meer dan 30 dagen) (par. 4.5);
• vóór de machine na een lange periode van
stilstand opnieuw in gebruik te nemen.
BELANGRIJK
In geval van langdurig niet-
gebruik, moet men de accu om de twee maanden
opladen, om de duur ervan te verlengen.
Als deze procedures niet in acht worden
genomen of als de accu niet wordt opgeladen,
kan er zich onherstelbare schade voordoen
-
√
-
-
√
-
√
-
-
√
-
-
-
√
-
-
-
-
-
√
-
-
√
-
-
-
-
√
aan de elementen van de accu. Een lege accu
moet zo snel mogelijk opgeladen te worden.
BELANGRIJK Het opladen dient uitgevoerd
te worden met gelijkspanning apparatuur.
Andere oplaadsystemen kunnen de accu op
een onherstelbare manier beschadigen.
5.3.1 Verwijdering en opladen van de accu
Om ze te verwijderen:
• Druk op de knop op de accu, en
schuif ze naar boven (afb. 6.A).
Om ze op te laden:
• Verwijder de rubberen dop
onderaan de accu (afb. 7.B)
• verbind de acculader (afb. 7.C) aan
een stopcontact, met een spanning die
overeenstemt met wat aangegeven is
op het plaatje van de acculader.
• Zodra de accu is aangesloten, zal de
controlelamp oplicht die aanduid dat de
accu wordt opgeladen (afb. 7.C): als het
licht rood is wordt opgeladen, als het groen
wordt is de accu helemaal opgeladen.
OPMERKING De accu is voorzien van
een bescherming die de herlading ervan
verhindert indien de omgevingstemperatuur
niet tussen 0 en +45°C is.
OPMERKING
welk moment, ook gedeeltelijk, opgeladen
worden zonder risico op beschadiging.
5.3.2 Controle van de staat van
de lading van de accu
De accu is voorzien van een systeem
waarmee de staat van de accu kan
gecontroleerd worden (afb. 7.D).
Druk op de knop (afb. 7.E) zodat de
lichten worden geactiveerd die de
restlading van de accu aanduiden:
• drie groene lichten en een rood
licht: 100% tot 78% lading
• twee groene lichten en een rood
licht: 77% tot 55% lading
• een groen lichten en een rood
licht: 54% tot 33% lading
• een rood licht: 32% tot 10% lading.
• een knipperend rood licht: minder dan
10% restlading, laad zo snel mogelijk op.
5.3.3 Hermontage van de accu
op de machine
Na volledig opladen:
1. koppel de accu los van de acculader
2. ontkoppel de acculader (afb. 7C)
van het elektrisch netwerk;
3. plaats de accu (afb. 1.G
ze helemaal naar onder (afb. 6.B) tot een
7
De accu kan op eender
in de zitting en duw
)